Vragen aan het ‘christendom’
Vragen aan het ‘christendom’
(verschenen in het Zofinger Zentralblatt in 1931 te Genève)[1]
[Hoe helder en ernstig Barth de geestelijke situatie van zijn tijd beoordeelde wordt onder meer duidelijk in het artikel dat hij in december 1931 schreef in het ‘Zofinger Zentralblatt’. Het is getiteld ‘vragen aan het christendom’. Hij typeert daarin het fascisme als religie vanwege zijn dogmatisch gefixeerd zijn op de ene nationale werkelijkheid; vanwege zijn beroep op gronden die het in het geheel niet zijn en vanwege zijn optreden als ongekwalificeerde Macht. Het ‘christendom’ (let op de aanhalingstekens!) heeft van de kant van de religies alleen maar op tegenstand te rekenen en op mateloos verzet. Dat geldt niet alleen voor het fascisme en voor het communisme, maar niet minder voor de islam en voor het amerikanisme. De aanval op de religie zal het denken van Barth blijvend bepalen.
Wij openen deze bundel opstellen met ‘vragen aan het christendom’ omdat de tekening van het geestelijk en politiek klimaat in de jaren dertig aan actualiteit nog niets heeft ingeboet. De verzoeking om de christelijke openbaring te vereenzelvigen met de religie duurt onverminderd voort. Amerika en de Islam schijnen vandaag de dominerende geestelijke wereldmachten. Oude en nieuwe religies steken het ‘christendom’ naar de kroon. Het kritisch ferment van het ‘christendom’ schijnt te zijn opgelost, maar daarmee ook zijn solidariteit met de nood van de wereld.]