1886 |
geboren te Bazel op 10 mei
zoon van Fritz Barth (theoloog) en Anna Sartorius |
1889 |
verhuisd met zijn ouders naar Bern, alwaar zijn vader, dr.Fritz Barth, hoogleraar was geworden aan de theologische faculteit van de Universiteit (kerkgeschiedenis en N.T.) |
1904-1909 |
theologie studie in Bern, Berlijn, Marburg en Tubingen
Leermeesters waren o.m. Adolf von Harnack, Wilhelm Herrmann, Hermann Cohen en Paul Natorp |
1909-1911 |
hulpprediker in Geneve bij de Duitse gemeente van Genève (bij Adolf Keller). |
1911 |
predikant in Safenwil (Zwitserland) |
1913 |
gehuwd met Nelly Hoffman
Vijf kinderen werden uit dit huwelijk geboren, één dochter en vier zoons. Twee zoons werden ook weer hoogleraar in de Theologie, t.w. Markus Barth, aan de Universiteit van Chicago, en Christoph Barth, die te Djakarta doceerde en te Mainz. |
1914-1918 |
WO I |
1919 |
1e druk Römerbrief |
1921 |
buitengewoon hoogleraar theologie te Göttingen |
1922 |
2e druk Römerbrief
samen met Thurneysen, Gogarten en Merz stichtte Barth het tijdschrift „Zwischen den Zeiten”(1922-1932) |
1925 |
hoogleraar dogmatiek en nieuwtestamentische theologie in Münster |
1926 |
Ontwerp Christliche Dogmatik,
eerste deel: Die Lehre vom Worte Gottes |
1927 |
Christliche Dogmatik, Die Lehre vom Wort Gottes |
1930 |
Hoogleraar systematische theologie Bonn |
1931 |
Fides quaerens intellectum |
1932 |
1e deel Kirchliche Dogmatik, Die Lehre vom Worte Gottes |
1933 |
Theologische Existenz Heute (opkomst Hitler) |
1934 |
Theologische Verklaring van Barmen, (Bekennende Kirche) “Nein” tegen Brunner (tegen het aanknopingspunt)
Schorsing en ontslag als hoogleraar (weigering van de eed van trouw op Hitler) |
1935-1962 |
Hoogleraar Bazel |
1935 |
Colleges over de Apostolische geloofsbelijdenis te Utrecht |
1938 |
Kirchliche Dogmatik I,2
brief aan Prof. Hromádka te Praag. Barth roept de Christenheid op tot gebed tegen het nationaal-socialisme |
1939-1940 |
begin WO II
de Universiteit van Münster ontnam hem het eredoctoraat van deze universiteit, dat hem later (in 1946) opnieuw werd verleend |
1940 |
Kirchliche Dogmatik II,1
Barth meldt zich bij de Zwitserse vrijwillige landstorm; vanuit Zwitserland bemoedigt
hij Fransen, Engelsen, Nederlanders en Scandinaviërs in hun strijd tegen Hitler („Eine Schweizer Stimme” 1945).
|
1942 |
Kirchliche Dogmatik II,2 |
1945 |
Kirchliche Dogmatik III,1 |
1946 |
Zomersemester colleges te Bonn |
1948 |
Kirchliche Dogmatik III,2
Barth bezoekt Hongarije en neemt deel aan de oprichtingsbijeenkomst van de Wereldraad van Kerken te Amsterdam.
Aan de Sorbonne te Parijs was hij de eerste reformatische theoloog aan wie – sinds de reformatie – het ere doctoraat werd verleend. |
1950 |
Kirchliche Dogmatik III,3
Barth kiest de zijde van Niemöller en Heinemann in de strijd tegen de Duitse Herbewapening. |
1951 |
Kirchliche Dogmatik IV
Barth waarschuwt de Geref. bisschop Bereczky in Hongarije om niet te vervallen in de fouten van de Duitse christenen. |
1952 |
Barth wordt door de Engelse koning onderscheiden met de „Medaille des konings” voor de door hem aan de zaak van de vrijheid bewezen diensten. |
1956 |
Barth houdt te Bazel de feestrede bij de herdenking van Mozart die in 1756 geboren werd. |
1962 |
bezoeken aan Amerika |
1963 |
onderscheiden met de Deense „Somningpreis” vanwege zijn verdiensten in;Europese cultuur |
1966 |
bezoek aan Rome. Zelf noemde hij deze reis een „peregrinatio ad Limina apostolorum” (bedevaart naar de kerken der apostelen) |
1966-1968 |
als emeritus gaf Barth college aan de Universiteit van Bazel over: Vaticanum II,Calvijn en de Institutie, Schleiermacher.
Tot op hoge leeftijd preekte K. Barth regelmatig in de strafgevangenis te Bazel. |
1966 |
Barths 80e verjaardag wordt in Bazel op grootse wijze gevierd
de feestbundel „Parrhesia” verschijnt. |
1968 |
overleden 10 december te Bazel |