De kinderportretten van Albert Anker
De kinderportretten van Albert Anker
‘Mädchen mit Hampelmann’, ‘Strickendes Mädchen’, ‘Schreibender Knabe’, ‘Mädchen mit Dominosteinen spielend’, ‘Kinderfrühstück’, ‘Das erste Lächeln’, ‘Die ältere Schwester’, ‘Das Mütterchen’, ‘Die kleine Freundin’, ‘Kleinkinderschule auf der Kirchenfeldbrücke’ zijn slechts enkele voorbeelden van de vele kinderportretten die Albert Anker (1831-1910) heeft geschilderd.
Hij is in Zwitserland onmiskenbaar de populairste schilder. Geen huis waar niet ergens een reproductie van hem hangt. Overzichtstentoonstellingen van zijn werk trekken gegarandeerd grote bezoekersaantallen. In andere landen is hij beduidend minder bekend en in kunsthistorische werken wordt hij vaak verzwegen. Een realistisch schilder van stillevens, landelijke taferelen en vooral portretten van kinderen en soms ook van oude mensen. Zoetige, idyllische plaatjes waar de souvenirverkopers wel raad mee weten, volgens oppervlakkige critici. Onovertroffen, raak getypeerde, zeer precies geschilderde levensechte portretten, volgens bewonderaars.
Theologiestudie
Albert Anker kon als kind al uitzonderlijk goed tekenen maar het lag niet erg voor de hand dat hij daarin zou doorgaan. Zijn jeugd was niet bepaald gelukkig en werd overschaduwd door het vroege overlijden van zijn moeder en jongere zuster. Hij moet een betrekkelijk volgzaam kind zijn geweest want toen zijn vader hem voorstelde om theologie te gaan studeren stemde hij daar onmiddellijk mee in. Aanvankelijk kon hij zich ook goed vinden in die beroepskeuze. In 1851 begon hij met zijn theologiestudie in Bern maar in datzelfde jaar maakte hij ook zijn eerste reis naar Parijs en begon zich ‘brennend’ voor de schilderkunst te interesseren. Zijn theologiestudie zette hij daarna voort in Halle maar de schilderkunst bleef trekken. Aan zijn vader schreef hij in die tijd: ‘Aber vermag ich da etwas, wenn mich dann des nachts die Träume beständig in Ateliers führen, wo ich glücklich an der Arbeit sitze, und ich mich am Morgen verwundern muss, dass ich Theologe bin?’ In het voorjaar van 1854 keerde hij terug naar Bern om daar zijn studie af te maken maar zijn vader zag wijselijk in dat een kunstzinnige loopbaan vermoedelijk beter voor hem was. Hij stemde erin toe dat zijn zoon naar Parijs ging en gaf hem bovendien 250 Frank mee. Jaarlijks ondersteunde hij hem daarna nog met een bescheiden geldbedrag. Albert Anker vestigde zich in de Rue Notre Dame-des-Champs, 53. Hij kreeg zijn opleiding aan de Ecole des Beaux-Arts en in het atelier van zijn landgenoot Charles Gleyre. In die tijd identificeerde hij zich enigszins met Luther in zijn gewetensstrijd in het klooster en zo ontstond als een van zijn eerste schilderijen ‘Luther im Kloster von Ehrfurt’. Luther staat daarop afgebeeld met sikje (!) zoals Anker zelf in die tijd ook droeg. De ‘levensechte’ schilderijen ontstonden blijkbaar later.
Idylle als kritiek
Hoe realistisch zijn schilderijen ook zijn, het gaat bij Anker ook altijd om een vertekening van de werkelijkheid. De personages die in zijn beeldwerkelijkheid voorkomen – kinderen en jongeren vóór de intrede in het beroepsleven en ouderen die hun werkzame leven reeds achter de rug hebben – zijn opgewekt en oprecht of door hun volbrachte levenstaak weliswaar afgemat maar desondanks met hun lot tevreden. Zo worden aanvang en einde van het leven positief benaderd en wordt – volgens de tentoonstellingscatalogus – de eenvoudige protestantse boodschap overgebracht dat iedereen vol vertrouwen zijn levenstaak mag vervullen en kan volbrengen.
Mensen die zich kennelijk geheel verzoend hebben met hun leefwereld en dus niet meer naar iets anders verlangen, zijn voor Anker uitdrukking van het ‘stille leven’ dat contrasteert met de door hem als negatief ervaren veranderingen. Het verloren paradijs dat Gaugin zocht in de Zuidzee en Van Gogh in de Provence, hervindt Anker in de vertrouwdheid van zijn geboorteland. Het gaat daarbij om méér dan alleen escapisme. De presentatie van een idylle sluit bovendien iets in van een protest. Zij geeft als het ware een voorbeeld van ‘Zo kan het ook’ in de hoop dat de onvolkomen tegenwoordige wereld door dit tegenontwerp wordt verbeterd.
Ankers ‘Heimatszenen’ zijn prettig om naar te kijken en in sociaal- en cultuurhistorisch opzicht vaak interessant maar ze zijn ‘geconstrueerd’ of zoals Fehner schrijft: ‘selectief-realistisch’. De toeschouwer wordt onaangenaamheden bespaard en krijgt telkens een wereld voorgeschoteld die nog intact is.
Kinderkenner
In een tijd waarin kinderen nog doorgaans werden afgebeeld als poppen, schilderde Anker ‘echte’ kinderen. Zijn kinderen poseren niet en worden niet misbruikt door de blikken van volwassenen. Ze gaan volledig op in hun handeling. Ze zitten aandachtig te luisteren, zijn ingespannen aan het schrijven, spelen vrolijk met een poes of liggen te slapen of zijn zojuist wakker geworden. In elke situatie bevinden zij zich geheel buiten de sfeer van de toeschouwer.
Wie vertrouwd is met de kinderwereld, heeft voortdurend een gevoel van herkenning. Het ‘typisch kinderlijke’ lijkt daardoor van alle tijden. Ankers kindertaferelen representeren weliswaar een bepaald tijdsbeeld – zijn kinderen versturen nog geen SMS-jes en dragen geen piercings, maar spelen met handpoppen, schrijven op een leitje, en meisjes breien en haken nog veel – maar komen toch ook nu nog heel werkelijkheidsgetrouw over. Levensecht en tegelijk incompleet. Want net als Ankers afbeeldingen van de landelijke boeren huiselijkheid nooit de volledige werkelijkheid zijn geweest, geven deze kinderportretten ook een onvolledig beeld. Geen lastige kinderen en gewelddadige jongeren waar we er tegenwoordig zoveel van lijken te hebben. De uitgebeelde kinderlijke taferelen en de vredige omgang tussen de oudere en de jongere generatie moeten ook hier geïnterpreteerd worden als tegenhanger van een minder aangename, onvolkomen werkelijkheid.
Kunstwerken hebben echter daarnaast ook een eigen realiteit. Afzonderlijk beschouwd blijven de schilderijen van Albert Anker stuk voor stuk juweeltjes van inlevingsvermogen in de kinderlijke psyche. Zoals de uitbeelding van de psychische concentratie van een meisje tijdens het breien in ‘Strickendes Mädchen’ en geschilderd met een uiterst verfijnde techniek.
Daan Thoomes
Literatuur:
Böschenstein, R. (1999). ‘Idylle – Bilder spannungsvoller Harmonie’. In: Albert Anker –
Adolf Wölfi: parallele Welten. Ausstellungskatalog Kunstmuseum Bern
Frehner, M. (Hrsg.) (2003). Albert Anker und Paris. Zwischen Ideal und Wirklichkeit. Kunstmuseum Bern: Stämpfli Verlag
Tavel, H.C. von (1985). Albert Anker: das Werk aus heutiger Sicht. Bern: Edition Barth