Naar psalm 65
Naar Psalm 65
Wat had ik u graag geprezen.
Zoveel heeft u van mij te goed.
Tot u zal komen ook mijn vlees
als u zult luisteren.
Tegen mijn inslijtingen
vermag ik niets
maar als ik bij u komen zal
zijn zij als niet.
Tot u naderen is al
gezegend zijn
en in het voorhof wonen,
aangenaam is elk verblijf
bij uw verborgenheid.
Al zijn uw waarheden vreselijk
zij zijn voor ons een antwoord
die ook tot in de uitersten der aarde
op u zijn aangewezen,
u, die berg aan berg aaneengekamd ziet,
voor wie de golven als stil zijn,
volkerengebulder.
Ook tot aan de grenzen
van de mensenwoning vrezen wij
maar waar de ochtenden en avonden
ineen zijn ziet u.
U overstelpt de aarde
met overvloed van zien,
stromen dat ons koren moet brengen.
Wat wij ploegden, overstroomt u,
maakt onze voren effen,
regent ze week,
ziet hoe ze uitkomen.
Aan de bergtoppen van onze jaren
raakt uw licht blijvend,
lichtsporen als merg
dat onze woestenij bedruipt.
De kleine heuvels hullen zich in vreugde,
ook de dalen onder uw aren bedolven
juichen, ook zij zingen.
Lloydt Haft
De Psalmen (2003)