Circus van de geest
CIRCUS VAN DE GEEST
Beste Rens, mijn bijdrage gaat over een boek en over lezen. Hoe kan het ook anders, want jij en ik, wij lezen om te leven.
Bovendien deel jij ook graag jouw leeservaringen met anderen, waaronder de lezers van In de Waagschaal. Jij laat daarbij telkens weer zien hoe belangrijk het lezen van literatuur in een mensenleven kan zijn. En wat er voor nodig is om een verhaal, een roman binnen te gaan. Lezen doe je met inzet van al je diepste gevoelens en gedachten, met heel je wezen.
Lezen vraagt om overgave en tegelijkertijd om reflectie. Er gebeurt iets met je en als vanzelf komen daarbij je eigen gedachten. Wat is dat, wat er met mij gebeurt? Hoe komt dat? Waar wil deze roman mij brengen?
Lezen is daarom ook wel te vergelijken met een circusvoorstelling, maar dan één van de geest.
Wie leest, treedt binnen in het circus van de geest. Daar beleef je spanning en sensatie. Daar onderga je wat er in het leven op het spel staat. In het circus van de geest balanceer je tussen echt en vals, kunst en kitsch, wijs en dwaas, goed en kwaad.
Hoe verknocht wij beiden ook zijn aan het lezen, toch lezen wij heel verschillende boeken. Maar de wijze waarop wij onze leeservaringen ordenen, is, naar mijn diepste overtuiging dezelfde. Zowel voor jou als voor mij geldt dat een goede roman zich onderscheidt van de vele anderen, wanneer na het lezen ervan de wereld voor jou als lezer niet meer dezelfde is. Wanneer onze ervaring van de werkelijkheid daardoor blijvend is veranderd.
Onlangs overkwam mij dat bij het lezen van de roman De tranen van de moordenaar van de Franse schrijfster An-ne-Laure Bondoux. Zij schrijft voor jonge lezers. Dat geldt echter niet voor deze roman. Het is een vertelling zonder leeftijdsgrens.
Met haar verhaal brengt zij de lezer naar het einde van de wereld. Niemand kwam hier ooit zomaar toevallig terecht. Want dit hier was het einde van de wereld, het uiterste zuiden van Chili.. zo begint het verhaal. Prachtig en tegelijk huiveringwekkend wordt beschreven hoe het einde van de wereld eruitziet. Daar is alles hard, woest en mishandeld door de wind. En toch wonen daar ook nog mensen, de man en de vrouw Poloverdo samen met hun zoontje Paolo. Op een dag komt Angel Allegria aan bij het huis van de familie Poloverdo. Niet zomaar toevallig zal weldra blijken. Anders dan zijn naam doet vermoeden, engel van de vreugde, is Angel Allegria een woesteling, een hellehond, een moordenaar. Op de vlucht voor de politie, zichzelf en het leven en omdat hij een schuilplaats nodig heeft, snijdt hij koelbloedig de keel van Paolo’s ouders door. Alleen de jongen laat hij leven. Waarom weet Angel zelf niet eens pre-cies. Alleen maar dat hij het niet kon. Iets hield zijn arm tegen. Dat ene moment verandert het leven van zowel de moordenaar als van het kind. Hoe onwaarschijnlijk het ook lijkt dwars tegen de oordelen in van de lezer over haat en liefde, goed en kwaad, ontwikkelt zich tussen de moordenaar en het kind een grillige, maar toch vanzelfsprekende, diepgaande liefde. Geleidelijk ontdek je wat het is dat Angel en Paolo bindt. Zij zijn de eersten in elkaars leven. Paolo is geboren uit de sleur van het huwelijk van zijn ouders, die hem verwaarloosden. Angel is de eerste die echt naar hem kijkt, al is het aanvankelijk met een moordenaarsblik. Voor Angel, die is opgegroeid in achterdocht, is Paolo de eerste die hem vertrouwen schenkt. Beiden zeggen tegen elkaar: ik werd geboren op de dag dat jij kwam. Is dat niet hetzelfde als zeggen: ik houd van jou?
Maar dan voegt zich onverwacht een derde bij hen in huis: Luis. Vanaf dan moet Angel de genegenheid van het kind met een ander delen en zijn vlijmscherp mes in een la laten liggen. Het beangstigt hem dat Paolo door het contact met Luis en met de buitenwereld steeds beter doorkrijgt wat zich in zijn ouderlijk huis heeft afgespeeld.
Wat mij zo ontroert in dit boek, dat het gaat over de zoektocht van elk mens naar een weg om zichzelf te overstijgen. Het gaat erom dat keerpunt te vinden tussen wat je als mens aan de aarde bindt en naar wat daar bovenuitgaat. Dat is een uiterst pijnlijk proces dat ieder mens aan zich moet laten gebeuren. Het gaat gepaard met angst en vertwijfeling. Het kost bloed, zweet en tranen. Het lijkt het einde van de wereld, maar wees niet bang om die weg te gaan. Die is nodig om die verandering aan je zelf te laten gebeuren. Aan het slot keert Paolo terug naar zijn geboortegrond, naar het einde van de wereld. Het is niet toevallig dat hij terugkeert naar de plek waar zijn leven een onherroepelijke wen-ding nam. Hij keert terug om daarmee te leven.
Beste Rens, net als jij, meen ik, dat de boeken die wij lezen ons veel over onszelf vertellen. We zijn ook voor een deel de boeken, die we hebben gelezen. En in hoeveel boeken die we lezen vinden we niet sporen van ons eigen leven. De reden, waarom jij en ik lezen, is niet om de werkelijkheid uit de weg te gaan, maar om ermee te kunnen leven.
Machteld de Mik-van der Waal
Anne-Laure Bondoux, De tranen van de moordenaar, uitgeverij Gottmer