Ontwortelen en wortel schieten Over de voedingsbodem van de PVV en wat daartegen te doen

logo-idW-oud

 

ONTWORTELEN EN WORTEL SCHIETEN – Over de voedingsbodem van de PVV en wat daartegen te doen

Ik zie in onze samenleving drie groepen mensen die ontworteld zijn. Allereerst de grote groep migranten. Ze lieten alles achter: de geuren en kleuren van hun land, hun ouders en ooms en tantes. Ze trokken naar Nederland om hier te werken en te leven, maar een deel van hun wortels zijn nog daar. Zelfs van hun kinderen en kindskinderen liggen een deel van hun wortels nog daar, in het land waar ze verhalen over horen, waar ze naartoe op vakantie gaan, als dat kan, waar ze hun uiterlijke kenmerken delen met de bevolkingen en waar de schotel-antennes op afgestemd zijn. Dit zijn de Nederlanders met een koppelteken.

Als tweede groep ontwortelden zie ik de mensen die zijn ‘achtergebleven’ in wijken als Rotterdam-Delfshaven. Dat klinkt misschien vreemd, want zij zijn juist níet van hun plaats gekomen. Maar een voorbeeld maakt veel duidelijk. Op een dag ging ik naar de markt in de Grote Visserijstraat. Dat is een gezellige markt, maar Nederlands is er niet meer de voertaal. Ik was daar met mijn oudste dochter van anderhalf toen ik plotseling werd staande gehouden door een oude mevrouw: “Oh, een kindje met blonde haren, wat heb ik dat lang niet gezien!” We praatten wat, ze aaide mijn dochter over haar haren en toen schuifelde ze verder, tussen voor haar onverstaanbare mensenkinderen met donkere haren. Deze oude wijkbewoonster heeft ook het land van haar jeugd achter zich gelaten. Niet omdat ze verhuisd is, maar omdat haar wijk zo veranderd is.

Een derde groep van ontwortelden zie ik in de grote groep Nederlanders die de eigen ideologische en religieuze wortels heeft verlaten. Massaal hebben Nederlanders de kerk de rug toegekeerd en ook de politieke partijen hebben hun ideologische veren afgeschud. Nederlanders hebben zich als het ware bevrijd van alle banden die hen beknelden… Daarbij zijn veel oude waarden gesneuveld: christelijke waarden zoals verpersoonlijkt in Sint Maarten (die zijn mantel deelde), Sint Franciscus (die leefde in armoede en nederigheid) en Maria (vol van genade). Maar ook de socialistische solidariteit kreeg een forse dreun. En eigenlijk is daar niet veel voor in de plaats gekomen, of het moeten de waarden van het kapitalisme zijn: assertiviteit, concurrentie-vermogen, het maken van winst, je onderscheiden van de anderen in wat overigens een massacultuur mag heten. Kunnen deze groepen van ontwortelden elkaar nog vinden? Ik wil iets vertellen over Delfshaven.

Delfshaven

In de jaren ’70 en ’80 is de wijk Delfshaven in Rotterdam heel snel veranderd. In deze oude arbeiderswijk waren in die tijd te weinig ruime koopwoningen voor de autochtone Nederlanders. Velen trokken weg om elders een huis te kopen. In de wijk ontstond ruimte voor de ‘nieuwe Nederlanders’, voor mensen die door gezinshereniging vanuit Turkije en Marokko naar Nederland kwamen en voor mensen uit Suriname en de Antillen. In die tijd zijn de veranderingen in Delfshaven achteraf bezien te snel gegaan. Alles kwam samen: de uitstroom van autochtone Nederlanders uit de wijk, de komst van ‘nieuwe Nederlanders’, maar ook de ontkerkelijking en de worsteling van de oude Nederlanders met hun normen en waarden. Ook alle problemen kwamen samen: drugsgebruik, nieuwe soorten van geweld, aanpas-singsproblemen.

Vanuit onze kerk werden er knutselmiddagen georganiseerd voor kinderen in de buurt; er werden taallessen gegeven en er werd in het kerkgebouw een ruimte vrijgemaakt voor de samenkomsten van Surinaamse hindoes. Zo was de lijn die onze kerkelijke gemeente steeds heeft gekozen een houding van het verwelkomen van nieuwkomers en hen hel-pen met integreren. Máár er is wel het een en ander veranderd. In het begin kon de gemeente nog hulp aanbieden vanuit een positie van overwicht, maar gaandeweg werd de gemeente, net als de groep autochtone Nederlanders in de wijk, een minderheid. Zo is één van onze oude kerkgebouwen ook moskee geworden. Ik weet nog dat ik daar met de jongerengespreksgroep op bezoek ging. Met eigen geld hadden de gelovigen de moskee prachtig verbouwd. Eén van de jongeren keek daar om zich heen, peilde zijn gevoelens en hij zei: “Maar dít is niet meer een onderdrukte minderheid. Er gaat kracht uit van deze gemeenschap.” Het eindigde ermee dat wij voor de moskee die onze oude kerk heeft overgenomen zelfs een te kleine gemeenschap waren geworden om een volwaardige partner te zijn.

In het jaar 2000 woonde Pim Fortuyn hemelsbreed ongeveer op een halve kilometer afstand van onze kerkzaal. Toen hij zich begon te roeren waren veel van de problemen die hij benoemde voor ons herkenbaar. Toch zijn we niet in zijn stroom meegegaan. Er kwam wel meer ruimte om de problemen te bespreken, maar we wilden vasthouden aan onze eigen principes en aan onze houding van openheid.

Voedingsbodem voor polarisatie

Veel mensen zijn teleurgesteld. De mensen van de eerste generatie nieuwe Nederlanders hebben misschien wel de impact van migratie onderschat: dat hun kinderen kinderen van dit land zouden worden en dat ze tussen twee werel-den terecht zouden komen. Velen van de derde generatie hebben een baan en sprekend vloeiend Nederlands. Nu blijkt dat ze toch niet helemaal worden geaccepteerd. De oude Nederlanders hebben onderschat dat het land ook echt verandert wanneer er nieuwe mensen komen wonen met eigen ideeën en gebruiken. En ongetwijfeld zijn er ook méér migranten naar Nederland gekomen dan destijds was voorzien.

De veranderingen roepen vervreemding en angst op bij oude Nederlanders en ook boosheid en frustratie. Daarin vindt de PVV haar wortels. Geert Wilders parasiteert op de onderbuikgevoelens en wakkert ze aan. Zo lééft hij van de ontworteling. De geluiden die je hoort bij aanhangers van Geert Wilders zijn heel divers. Wat ik er vooral in hoor is enerzijds een verlangen terug naar de veiligheid van de goede oude tijd en anderzijds een gebrek aan solidariteit en bereidheid om te delen. We zitten in een fase van teleurstelling. Daarbij zijn veel mensen hun anker en hun wortels kwijt en ze denken dat de partij van Geert Wilders houvast biedt. Ik denk dat ze bedrogen uitkomen. De PVV wortelt diep in de angst van de mensen. Met angst, boosheid en frustratie kun je een oorlog voeren, maar daar kun je geen vreedzame samenleving op bouwen.

Geert Wilders zegt dat hij staat in de Joods-Christelijke traditie, maar hij kent mijns inziens weinig genade of verzoe-ning – toch niet onbelangrijk in de Joods-Christelijke traditie. Hij is voor vrijheid van meningsuiting, maar wil de koran verbieden. Hij is voor mensenrechten, maar wil moslims uit Europa verplaatsen. Hij is voor democratie, maar in zijn eigen partij neemt hij een loopje met de democratie. Hij zegt dat hij de verworvenheden van de Westerse samenleving verdedigt, maar hij is vóór discriminatie van moslims, alsof gelijke behandeling van burgers niet één van de belang-rijkste verworvenheden is. De PVV kan geen nieuwe, stevige grond bieden voor onze samenleving. Ze is eerder een exponent van de ontworteling en een bron van tweespalt.

Nederland is definitief veranderd. Niet alleen door de komst van migranten, ook door het voortschrijdende kapitalisme, door technologische ontwikkelingen, door wereldwijde contacten. De moslims dreigen nu, mijns inziens, de zondebok te worden van een teveel aan veranderingen. Daarom is het belangrijk dat we ons ten volle realiseren dat er geen weg meer terug is naar de jaren ’50 en dat er meer aan de hand is in de wereld dan enkel de komst van moslims naar Nederland. De wereld is klein geworden, dus laten we maar aan elkaar wennen, of zelfs vertrouwd raken met elkaar. Nederland ís niet meer alleen van witte mensen en ook niet meer alleen van Christenen en humanisten. Sterker nog, Nederlandse bedrijven zijn overgegaan in Chinese handen en de staat heeft steeds minder in de hand. Misschien betekent dat wel dat we allemáál op een bepaalde manier afscheid moeten nemen van oude beelden en van ‘ons verloren paradijs’; daarin zijn we dan allemaal ontwortelden. Des te belangrijker is het om opnieuw te gaan wortelen in de multiculturele en multireligieuze Nederlandse samenleving.

Delfshaven tegen de stroom in

Na de moord op Theo van Gogh is er in Rotterdam-Delfshaven een poging tot brandstichting gedaan bij een moskee en ook bij de Poolse kerk. Na een kerkdienst bleek dat er onder een aantal gemeenteleden heel sterk de behoefte bestond om een tégengeluid te laten horen. We besloten een kerstdiner te organiseren en daarbij alle moskeeën, kerken en mandirs in de buurt uit te nodigen, als een gebaar van vriendschap en saamhorigheid. Ook vanuit het Be-raad van kerken, moskeeën en mandirs in Rotterdam-West werden er initiatieven genomen: er werd een ontmoe-tingsavond georganiseerd voor buurtbewoners onder de titel: ‘Bang voor je buren?’ en later, vóór de gemeenteraads-verkiezingen in 2006 hebben we een avond georganiseerd met de titel ‘Zoekt de vrede voor de stad’. Achteraf kijk ik er met een heel tevreden gevoel op terug. We hebben wel ruimte gecreëerd om te praten over negatieve ervaringen, maar we hebben ons daar niet in verloren. We hebben temidden van alle problemen positief verder gewerkt aan de multiculturele samenleving.

Naar de bron om opnieuw wortel te schieten

Ik meen dat de Nederlandse samenleving droog staat. Dat klinkt als goed nieuws in een land dat grotendeels onder de zeespiegel ligt, maar ik bedoel daarmee dat onze wortels droog staan. In deze tijd van droogte moeten we mijns inziens opnieuw en dieper graven, om te wortelen in de bron. Voor de samenleving als geheel gaat het dan om de bron van hogere, of diepere waarden die onze samenleving kent: de democratische waarden, de principes van gelijke behandeling, de vrijheid van meningsuiting en godsdienst zoals die bedoeld zijn. We moeten nu niet teruggrijpen op waarden van de jaren ’50, maar vooruitgrijpen op de toekomst van multicultureel en multireligieus Nederland.

Alleen op de waarden van het kapitalisme kunnen we daarbij niet leven. Ik zou daarom graag aandacht willen vragen voor de overdracht van oude deugden, die in veel culturen en religies levend gehouden worden: rechtvaardigheid, eerlijkheid, respectvol omgaan met elkaar, solidariteit, trouw, geduld, bescheidenheid, wijsheid en soberheid, om er maar een paar te noemen. Van een aantal van deze eigenschappen hebben we ons bevrijd als uit knellende banden. Maar waren die banden alleen maar beknellend en indoctrinerend? Of waren ze ook verrijkend en verruimend? Kunnen goede banden misschien ook vreugde geven en vertrouwen? Kunnen ze wellicht een dam opwerpen tegen egoïsme en populisme? Mijns inziens moeten we opnieuw aandacht krijgen voor de oude deugden en daarbij mogen we wat mij betreft ook putten uit de nieuwe tradities in Nederland.

Tegelijkertijd is het zaak om nu de boel op scherp te zetten, want we zullen moeten ‘knokken’ voor normen en waar-den: geen discriminatie van homo’s, geen geweld tegen vrouwen en kinderen, geen criminaliteit en overlast, geen misbruik van subsidies. Maar ook: moeten we nu werkelijk in iedere kiosk een vrouw tussen de benen kijken? Is con-currentie op alle fronten niet eerder schadelijk voor ons, dan dat het ons verder helpt? En hoe zit het met de bonussen en met de overvloedige aandacht voor het materiële? De overheid zal heel duidelijk grenzen moeten stellen. Ze zal een dam moeten opwerpen tegen misbruik en uitverkoop, verloedering en populisme, anders krijgt de nieuwe Nederlandse samenleving geen kans.

We zijn er nog lang niet. We staan nog maar aan het begin van de vorming van een vreedzame multireligieuze en multiculturele Nederlandse samenleving. De nieuwe verworteling begint met de acceptatie dat er veel veranderd is en met afscheid van wit Nederland en van slechte gewoontes. Als het ons lukt om een visioen te schetsen waarin we allemaal een plaatsje krijgen, misschien lukt het dan om een vruchtbare grond te bereiden waarin we allemaal stevig wortel kunnen schieten.

In Delfshaven leveren veel nieuwe Nederlanders allang hun bijdrage aan onze gemeenschappelijke samenleving. Daar móet je wel vertrouwen hebben: als je je kind bij de opvang uit handen geeft aan een Marokkaans-Nederlandse vrouw, of als je wonden verzorgd worden door een Antilliaanse Nederlander van de thuiszorg. Op veel plaatsen is het eigenlijk al heel gewoon dat alle Nederlanders meewerken aan een gezamenlijke toekomst. Daar zie je opeens iets oplichten van een land van belofte.

Wietske Verkuyl