Van de redactie
REDACTIONEEL
Een apart en bijzonder nummer ligt voor u, namelijk bijna geheel gewijd aan Arie Spijkerboer.
Dat wil zeggen op de wijze van In de Waagschaal. We hebben Arie wel met enige aandrang uit zijn tent moeten lokken om hem een geliefd, of beter gezegd aan zijn hart liggend thema te ontfutselen. Hij zei ons: als jullie nu eens zouden willen nadenken over de Barmer Thesen, in hoe verre die in deze tijd een inspiratiebron zijn. (Arie is uit de redactie. Dat was hij al een paar jaar met de aankondiging: ik ga er uit en misschien kom ik nog eens een enkele keer op de vergadering. Hij heeft toen één dinsdagmiddag overgeslagen maar is gebleven tot voor kort; lichamelijk ongemak verhindert hem het reizen van Santpoort-Zuid naar Zeist.)
Arie is een wakker man, telkens wanneer hij het woord nam was het raak en bleek dat ons allen iets ontgaan was wat toch hoog nodig aan bod moest komen. Die wakkerheid is een overeenkomst met Karl Barth, zijn grote leermeester, en dat mag hier worden gemeld.
De Barmer Thesen, eerst genoemd ‘Theologische Erklärung’, werden geschreven ter voorbereiding van de ‘Erste Bekenntnis-Synode’ van de Duitse Evangelische Kerk, het protestants kerkelijk verzet tegen Hitler. Op 16 mei 1934 kwamen drie theologen bijeen, twee Lutheranen en de ‘Hervormde’ Karl Barth. Terwijl de Lutheranen een middagslaap van drie uur hielden, schreef Barth in grote concentratie, met sterke koffie en een paar Brasil-sigaren, de zes thesen. Dus wakker en bij de tijd. In dit nummer gaat een aantal scribenten in op de vraag naar de huidige inspiratie van de thesen van toen.
Arie zelf schreef wat ik zou willen noemen een testament, een ‘Waagschaal-these’: dit wil hij in ieder geval gezegd hebben, krachtig en overzichtelijk, tegelijk transparant. Dat komt door vroomheid, dat ouderwetse dubbele woord dat zowel dapper als godvrezend betekent. Arie is beide en dat siert hem, dat zijn zijn versierselen. Is hij met In de Waagschaal getrouwd? Nee, met Lyda, zijn beminde en strijdmakker, maar wel verknocht aan ons blad. Zijn eerste bijdrage verscheen in 1956. “En als het niet meer gaat, dan hopen we toch een beetje ons best te hebben gedaan.” In de Waagschaal is een blad waarin je vrij kunt ademhalen, daarom is het mogelijk het zo lang uit te houden bij één en het zelfde tijdschrift. Is In de Waagschaal in al die jaren dan niet veranderd, van kleur verschoten en van bedding versprongen? Het is voor de nieuwe en jonge redacteuren nu juist een verademing zich opgenomen te weten in een traditie, er werd inderdaad iets heel opmerkelijks doorgegeven, Miskotte is er mee begonnen, en wij ontdekken er verder mee aan de slag te kunnen. Dat hebben we onder andere aan Arie Spijkerboer te danken.
S.L.Schoch