Bidden met At Polhuis
BIDDEN MET AT POLHUIS
Bij zijn afscheid van zijn wijkgemeente in Rotterdam-Zuid bood At Polhuis als kersverse emeritus zijn gemeente en iedereen daar omheen een boek vol gebeden aan. Dat was een verrassing, ook in die zin dat ik onze mederedacteur altijd meer had ingeschat als een man van de praktijk dan als een gebedsdominee. Maar ik had het kunnen weten hoe het een het ander vooronderstelt, van Luther gaat immers het verhaal dat hij elke dag begon met een uur te bidden, en als je het erg druk hebt, wat dan? ‘Dan bid ik twee uur.’ In de taal van deze gebeden is te merken hoe At Polhuis gewerkt heeft in en buiten de gemeente, geen kouwe drukte, geen versierende zinnetjes en poëtische bespiegelingen, maar heldere en klare taal. Gebeden uitgesproken door de voorganger in de kerkdienst, in de ontzaglijke wijdte die de wereld is, in de ruimte van de gemeente, in de vertrouwdheid met de enkeling, met de zekerheid van het geloof dat de Here God deze gebeden hoort. De bundel heeft als ondertitel: gebeden voor elke dag rond de kerstkring, ze zijn vol verbazing dat God zich laat kennen in een mens, die uiterst nederig werd geboren en in uiterste dienstbaarheid ons God heeft doen kennen. Aan dit wonder leeft de wereld voorbij in al zijn bonkerigheid, brutaliteit en gewelddadigheid, een schreeuw stijgt omhoog van allen die tussen de wielen raken en voor dood aan de kant liggen. Die schreeuw wordt hier verwoord en voor God gebracht, dat is de taak van de gemeente op de zondagmorgen. Maar ook voor de gemeente zelf wordt gebeden, haar bestaan wordt bedreigd, van buitenaf en van binnenuit, zij kan het alleen volhouden als ze op de been wordt gehouden van boven af, dan is ze niet afgeschreven en geen speelterrein van het boze, zij wacht op het openbaar worden van de wereld als woonplaats van de Heer zelf. Hoe concreet At Polhuis dat bedoelt vond ik in het laatste gebed waar voor de stad Rotterdam wordt gebeden en voor Crooswijk, “plaats waar U zich wel uitzonderlijk thuis moet voelen”. Ook Turken en Marokkanen worden in dit gebed opgenomen, niet dat ze zich zouden bekeren, maar vooral dat ze “moeizaam hun plaats zoekend in onze buurt zich bij ons veilig zouden voelen.” Verrukkelijk is de lof die de Here God wordt toegebeden met de woorden: “U hebt zich verbonden / met Maria in haar lage staat / haar hebt U recht gedaan /en de eerste plaats gegeven / in uw koninkrijk …” Professor Joop Boendermaker die At als beginnend predikant het advies gaf om zijn gebeden uit te schrijven, zegt in zijn voorwoord: ‘We worden hier bepaald bij de menselijkheid van God als beginsel van alles wat ons in Hem geschonken is, verzoening, genade, vergeving, alles, de ruggegraat van ons geloof.’
Een minpunt van deze bundel zijn de illustraties van op zichzelf mooie aquarellen, maar een besneeuwd grachtje en een klein boerderijtje detoneren hier. We zien uit naar een volgende bundel.
S.L.Schoch
Gebeden – gebeden voor elke dag rond de kerstkring van At Polhuis
Theologische uitgeverij Narratio