Zo kan het ook!
ZO KAN HET OOK!
Wat is een goede preek? In een goede preek wordt wat God in Jezus Christus aan de mensen gegeven heeft de gemeente na aan het hart gelegd. Zodat de gemeente het hoofd omhoog heft en zich niet op zichzelf concentreert.
Wat is een slechte preek? In een slechte preek wordt de gemeente voorgehouden dat ze toch wel aan een paar voorwaarden moet voldoen om bij God te horen. Die voorwaarden kunnen bestaan uit van alles en nog wat: een keus voor het socialisme, een groot schuldgevoel, een streng orthodox geloof, noem maar op. In elk geval laat de gemeente door een slechte preek het hoofd zakken zodat ze krom over zichzelf gebogen komt te staan. (Luthers homo incurvatus in se!)
Er is in onze Protestantse Kerk nog geen leertucht uitgeoefend. Misschien dat een predikant die het erg bont maakt er nog wel eens mee te maken krijgt, maar het zou me verbazen dat het zo ver zou komen dat een predikant uit het ambt gezet wordt.
Ik hoop dat dat zo blijft. Om een heel eenvoudige reden: omdat het –als je echt ernst zou maken met de leertucht- best eens zo zou kunnen zijn dat de ene helft van de kerk de andere onder handen moet nemen en vervolgens de andere helft de ene. Want wie heeft er ooit een preek gehouden waarvan hij durft te beweren dat die helemaal goed was? Er sluipen zo gauw, voordat je er erg in hebt, weer van die voorwaarden je preek in. Even, een klein beetje, is dat zo erg? Ja, dat kan alles helemaal bederven.
En dan die preken waarvan een kerkganger eens zei: goed, heel goed allemaal, maar veel te waar om nog waarachtig te zijn!
We blijven uiteraard ons best doen om zo goed mogelijk te voorschijn te komen op de kansel. In de oudere uitgaven van Nestles Nieuwe Testament in het Grieks staan prachtige woorden van J. A. Bengel: Richt je helemaal op wat er in de tekst gezegd wordt en pas dat helemaal op jezelf toe. Dat is een uitstekende raad: je preekt ook tegen/vóór jezelf.
Ja, de tucht hoort bij de drie kenmerken van de kerk die de Reformatie noemde. Volgens Calvijn. Maar Luther heeft het over de mutua consolatio fratrum, de wederzijdse vertroosting/vermaning van de broeders. Ja, dan ben je meteen van die ellendige associaties met de leertucht af en je komt daar waar je wezen moet.
In de ring Enkhuizen waarvan ik 1960-1966 deel uitmaakte, met o. a. Geert Boogaard en Hans de Knijff, was er sprake van wat Luther zei. Je las je laatste gehouden preek voor en dan volgde geen gevit en gepik. Dan volgde: dat was wel goed, dat had je misschien beter kunnen doen en zo had het misschien ook gekund.
Zo werd in die ring de ware leertucht uitgeoefend –zo kan het ook!
A.A. Spijkerboer