Tussen al het andere in – Nieuws

logo-idW-oud

 

TUSSEN AL HET ANDERE IN – Nieuws

A.N. Wilson schreef eens dat er een wereld van verschil is tussen nieuws en geschiedenis. ‘Het meeste “nieuws” heeft de levensduur van een eendagsvlieg, die niet langer dan 24 uur leeft.’ Het beklijft niet, ook al wordt het nieuws op de voorpagina geplaatst met grote koppen. De pers, evenals andere media, reageert snel en kortademig. Ook wordt wel nieuws gemaakt van wat nauwelijks die naam verdient. Het sneeuwde laatst en er werd een ophef van gemaakt alsof er iets heel bijzonders aan de hand was. Eerst hoorden we dat het zou gaan sneeuwen en dat er weeralarm werd gegeven. Toen sneeuwde het inderdaad en dat hoorden we heel de dag. Vroeger zou sneeuw nauwelijks vermelding krijgen. Een ander voorbeeld. Een dezer dagen werd bekend dat Cameron cannabis had gerookt in Eton. Op de voorpagina stond met onwezenlijk grote letters: ‘Cameron: Yes, I smoked cannabis’. Cameron is niet de eerste de beste. Hij zou als leider van de conservatieven opvolger kunnen worden van Tony Blair. Wanneer een andere jongen op Eton cannabis had gerookt die het niet verder had gebracht dan bankdirecteur, dan was het geen nieuws geweest. Het nieuws van Cameron werd voor de BBC besproken. Een welbespraakte dame, baronesse Kennedy (Labour) relativeerde het nieuws. ‘Hij rookte cannabis, niet: hij rookt cannabis of erger’. En zij besloot: ‘It is a fact of life in modern world’, dus geen nieuws.

Nog een staaltje van relativeren. In juli 1821 kwam het bericht dat de dood van Napoleon uiteindelijk bevestigde. Mrs Crawford riep uit, toen zij het bericht vernam: Quel évenément! (Wat een gebeurtenis), waarop Talleyrand droogjes repliceerde: ‘Het is geen gebeurtenis meer, maar slechts een nieuwsbericht.

Er zijn allerlei soorten van nieuws: het laatste nieuws, actueel nieuws, belangrijk nieuws. Ik zag ergens staan: nieuws, nieuwer dan ooit tevoren en ook ‘elke dag wordt het nieuws ververst’. Bij die nieuwsinstantie kun je dus wel spreken van ‘oud nieuws’, maar dat is dan nieuws van de vorige dag.

Er is ook nieuws dat alleen nieuws is voor bepaalde categorieën, anderen gaat het niet aan: nieuws voor verpleegkundigen of voor mensen werkzaam in de horeca. Ook is er nieuws op bepaalde gebieden. Iets kan belangrijk nieuws zijn op medisch gebied.

Er is plaatselijk nieuws. In het dorp A. is het nieuws dat Piet van D. met zijn brommer is geslipt en daarbij zijn arm heeft gebroken. In een ander dorp heeft men daarvoor geen belangstelling, want met kent Piet van D. niet, terwijl in dorp A. men onmiddellijk weet wie met Piet van D. is bedoeld.

Een ander karakter heeft het landelijk nieuws. Het is meestal nieuws dat alleen in een bepaald land doordringt. In ons land was het nieuws dat een conceptregeerakkoord was bereikt, maar in de VS bleef dat onbekend; ook in de meeste landen van Europa haalde het niet de kranten. Hier werd het nieuws van het regeerakkoord en het kabinet dat er aankwam gebracht alsof we een nieuw tijdperk zouden binnengaan.

Er is ook kerkelijk nieuws. Er is zelfs een tijdschrift met de naam Kerknieuws. In IKON-kerknieuws werd geschreven: ‘De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) is heel tevreden over het “energieke” regeerakkoord van het nieuwe kabinet’. Het nieuwe kabinet was er echter nog niet. En wat betekent hier ‘energiek’? Bestaat de Protestantse Kerk in Nederland nog wel uit mensen? En hebben al die mensen uitgesproken dat ze ‘heel tevreden’ zijn? Ik ben niet benaderd. Een kerkelijk ‘orgaan’ was misschien heel tevreden of enkele beleidsfiguren in de kerk.

In hoofdstuk 17, 15vv van Handelingen wordt verteld dat de apostel Paulus in Athene met het evangelie is gekomen. In vers 21 wordt dan gezegd, dat de Atheners en de vreemdelingen die daar vertoeven voor niets anders tijd hadden dan om iets nieuws te zeggen of te horen. De ‘nieuwsgierigheid’ van de Atheners is aanstekelijk; ook de daar vertoevende vreemdelingen haken naar nieuws. De meeste nieuwsgierigen hebben echter geen oor voor het evangelie van de opstanding.

In 1928 schreef K.H. Miskotte een breed artikel met de titel ‘De kerk en de krant’. Tussen beide zag hij allerlei overeenstemmingen. Zij drijven beide op het woord en richten zich tot de mensen in hun werkelijke bestaan. Zowel de kerk als de krant moeten zich herhalen. ‘De krant kan niet ééns en vooral iets zeggen, zij moet zich bij de werkelijkheid blijven aanpassen en ook de kerk kan niet eens en vooral iets zeggen, zij vindt de mensen telkens weer anders tegenover zich’. De verschillen tussen kerk en krant zijn echter veel groter en vooral over die verschillen gaat het in het artikel van Miskotte.

Over de plaatselijke berichten en het gemengde nieuws zei Miskotte, dat dat dus heus echt is gebeurd, dat is toch ‘het stevige geraamte der werkelijkheid, daarin is het leven gegrepen, als het ware op heterdaad betrapt. Dit gedeelte van de krant kenmerkt zich door bontheid en door vaste woordenschat…Het ongeval is “tragisch”, binnen korte tijd stond het hele perceel in lichte laaie, maar “verzekering dekt de schade”, de grote man is dood, maar hij was ridder in de orde van Oranje Nassau, de ramp was ontzettend, maar Hare Majesteit stelde zich van de omvang van de ramp “op de hoogte” en sprak persoonlijk met de “slachtoffers”, deze of gene beweging is “een teken des tijds”, wij leven in “de eeuw van de sport”; geliefde termen zijn verder: de moderne mens, de collectieve mens, de economische wetten, de overgangstijd…’.

In de kerk zijn we niet op nieuws uit, ook niet op Groot Nieuws. Miskotte schreef: ‘Wie ter kerke gaat om het Woord te horen, die begeert niet te horen wat hij al wéét, die wil niet bevestigd zijn in zijn oude meningen; die is niet als de krantenlezer, maar veeleer als de minnaar, die in een oogwenk het wonder der liefde kan beleven en uit de eenvoudigste woorden een onmetelijke zaligheid verneemt: “gij hebt mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren…”’.

Nieuws!, men moet er zeer kritisch tegenover staan. In zijn artikel citeerde Miskotte Karl Barth: ’Een zo eenvoudig en nuchter mogelijk inzicht, een wereldse, kritische blik in ons aller werkelijkheid zonder illusies is de énige voorwaarde, die vervuld moet zijn, willen wij onzerzijds het Woord nader komen’.

(Het artikel ‘De kerk en de krant’ is te vinden in In de gecroonde allemansgading, Nijkerk 1946, 172-192)

Michael Bource