Gerrit Jan Heering 1879-1955
GERRIT JAN HEERING 1879-1955
Zojuist is een biografie verschenen over de man, die van 1917 tot 1949 kerkelijk hoogleraar der Remonstrantse Broederschap was. Zijn naam staat boven dit stuk en op de biografie kom ik nog terug. Eerst maar eens iets over Heering zelf.
Dan beginnen we bij diens vader, dat lijkt me een redelijk begin. Vader Pieter Heering werd geboren in 1838 in Enkhuizen in een middenstandsgezin. Hij kon goed leren en mocht de stap wagen naar de Leidse Universiteit voor een studie theologie. Intrede deed hij in wat toen de hervormde gemeente van Steenwijkerwold was. Hij stond daar nummer 2 op de lijst, maar nummer 1 was bijziend, dus werd Heering het. Na enige jaren kwam hij op het idee te trouwen, maar vond dat hij daartoe eigenlijk de geldelijke armslag miste. Nederlands Indië was de oplossing, hij ging met zijn bruid naar de Oost om er twaalf jaren te blijven. Alle kinderen werden daar geboren. Zo bijvoorbeeld Anna Cornelia, die tekenlerares zou worden, of Pieter die later een baan vond als directiesecretaris ener scheepswerf. Gerrit Jan, over wie wij het hebben, zag het levenslicht in 1879 te Passoeroean op Oost Java.
Nog even over vader Pieter. Hij kon goed en beeldend preken, werd na zijn tropenjaren predikant in Meppel en daarna Den Haag. Inmiddels had hij de hervormde kerk vaarwel gezegd en was remonstrant geworden. In Den Haag ging het heel goed. Hij raakte bevriend met de schilder Jozef Israels en op de kansel verstond hij de kunst zowel dienstbode als minister te boeien. Die kwamen ook allebei trouw opdagen.
Volgen wij zoon Gerrit Jan. Het staat ook allemaal in de biografie die ik straks noem, u koopt die natuurlijk want de lezers van ons blad zijn geen luie mensen, die willen weten wat er te weten valt. Gerrit Jan studeerde hetzelfde vak als zijn vader en werd predikant. In 1917 zelfs hoogleraar te Leiden vanwege de Remonstrantse Broederschap.
Hij was vrijzinnig en beminde de mens en zijn cultuur. Maar al te zonnig kon zijn kijk op de mens niet wezen, hij raakte verontrust en dat zijn vaak de beste predikanten. De eerste wereldoorlog verpulverde zijn blijde verwachtingen en vergrootte zijn maatschappelijke betrokkenheid. G.J.Heering was aimabel en ernstig. Was veel op zijn studeerkamer, het gezin moest het vooral hebben van zijn vrouw. In huis moest je stil zijn als Vader studeerde en dat kon nog niet verhinderen dat deze theoloog aan chronische hoofdpijn leed.
De hoogleraar was geestelijk leidsman en leed daar zelf onder, want oppervlakkig was hij allesbehalve. Vroom was hij in de beste zin des woords. Daarvan getuigde ook J.J.Buskes, die in de maatschappelijke strijd zijn vriend werd. Heering en Buskes hebben beide langdurig de strijd aangebonden tegen het verschijnsel van de moderne oorlog.
G.J.Heering wandelde graag. Met genoegen alleen, maar er was ook een wandelclubje. Daar deed de historicus Huizinga aan mee en deze twee mannen hebben veel aan elkaar gehad. Heering heeft zelfs een boekje geschreven over Huizinga’s religieuze gedachten.
Een hervormde student van Heering was Henk Berkhof, die zijn hele leven met lof over Heering sprak. Dat doet mij deugd voor Heering en pleit tegelijk voor de ruime blik van Berkhof.
G.J.Heering was een wat oudere tijdgenoot van Karl Barth. Die twee hebben van elkaars bestaan geweten. Barth vond Heering niet orthodox genoeg, Heering vond Barth juist al te orthodox. Ze hadden allebei gelijk, zoals dat vaker gaat. De oude Barth heeft gezegd: ik zou alles nog een keer helemaal anders kunnen zeggen, als mijn vertrekpunt Schleiermacher is.
Dat is precies wat Heering van Barth dacht: waarom alles van boven? Schuilt het geheim niet ook reeds beneden? Zijn er niet twee brandpunten in de theologie: God en de mens?
Dit laatste houdt tevens in dat de vrijzinnige theologie nog steeds niet is uitgepraat en die stelling wordt bewaarheid door de theologische werkelijkheid van 2007 . Vrijzinnige theologie mag er wezen en ontmaskert dikwijls de orthodoxie in zijn eenzelvigheid.
Ik ben nu bij de beloofde biografie.
De biografie over G.J.Heering verscheen dit jaar bij Narratio, telt 112 bladzijden en is verlucht met prachtige foto’s. De titel is schoon: “Heimwee naar het Koninkrijk”.
En wie is dan wel de schrijver?
Hij is een kundig auteur die uitmuntend de kunst verstaat van de beschrijving van mensen, dingen en gebeurtenissen. Ook hij is predikant en wel van de protestantse gemeente te Diepenheim (O.) Zijn naam is A.F.U. Braakman en hij mag trots zijn op zijn boek. Historisch is het rijk gedocumenteerd, theologisch is het helder, Het belangrijkste acht ik echter de spiritualiteit. De vroomheid van Heering komt zeer duidelijk uit de verf.
Wat voor een man was dat, wat voor een gelovige?
De gedachtenis van een rechtvaardige strekt tot zegen, zegt de Schrift. Dat is er met deze biografie aan de hand, wij leren er heel goed van, hoe Heering in het leven stond, waar hij vrienden vond en waar zijn teleurstellingen lagen. Het is o zo schoon te geloven, maar wil het echt zin hebben dan moet je persoonlijk kunnen geloven. Jij zelf, met je hebben en houwen, met je kunnen en niet-kunnen. Met je woede en je vreugde. Braakman laat prachtig zien wat voor een mens Heering was en juist van die mens is veel zegen uitgegaan.
De zuster van G.J. heette Anna Cornelia, ik vermeldde het reeds. Precies de naam van mijn moeder: Anna Cornelia Heering. Mijn moeder is naar de tekenlerares vernoemd en noemde haar dus tante. Mej.A.C.Heering schonk mij in 1966 het boekenbezit van alle werken van haar broer G.J. Haar huis had zij vernoemd naar Vincent van Gogh en het heette dus “De Zonnebloem”.
Ze schonk mij die boeken en zei erbij: “Ze zijn voor niks, Bernard, maar dan mag je er wel wat vrolijker bij kijken! – tante An kende de melancholieke trekken van de familie Heering heel goed. Maar zij geloofde daar dwars doorheen totdat de vrolijkheid oplichtte. Daarvoor ben ik haar blijvend dank verschuldigd.
En ik dank Ary Braakman uit de grond van mijn hart.
Wat een prachtige biografie, zowel wat betreft het onderwerp als wat betreft de behandeling.
Wie zijn ziel wil verkwikken en voeden, zal het boek niet ongelezen laten.
O ja, ten slotte. Alles wat ik heb geschreven, geldt ongeacht of u, lezer, 25 of 45 of 65 jaar oud bent. Het is echt voor alle leeftijden.
Bernard Prakke