Onverhoord gebed (gedicht)
Heb het over ons. Stel ons gerust.
Zozeer zijn wij over ons ontdaan
dat we niets, nee niets meer willen
dan voor de spiegel staan
en onszelf bezien, de dikke billen
dun noemen, de magere armen
rond, en daarin ruim worden bevestigd
door een vreemde mond.
Heb het over ons. Spreek, ofschoon wij
jou souffleren, onze tekst
of jij het zegt, o lieve echo,
goed gevoel, niets is er meer
van onze dienst dan dat
degene op de hoogste stoel
ons spreken en ons bidden redt
en zijn kruis bij ons kruisje zet.
Met een aasbak adjectieven
halen wij de wereld in,
o goede god, o lieve kind,
o vreselijke dementie.
Wij geven je je woorden vast
zodat je straks ons niet verrast
en ons ons laatste fort ontneemt,
de warme sympathie.
Wij zien heus wel het vuur, de berg,
de rots, het water. Laat het
ons de maat niet nemen
want het zwijgt, het ziet ons naakt.
Heb het over ons. Wees rijm,
wees spons, wees ondoor-
dringbaar onvoorwaardelijk
gietijzeren eiderdons.
Udo Doedens
In de Waagschaal, nr. 6, 8 juni 2024