‘Ze heeft iets goeds voor Mij gedaan’ (meditatie)
‘Ze heeft iets goeds voor Mij gedaan’ (Marcus 14:6)
Jezus is te gast bij ene Simon die genas van een huidziekte. Judas is er ook. Simon richt een maaltijd voor hen aan. Mogelijk is hij door Jezus genezen. En voor wat hoort wat. Dankbaarheid lijkt Simons houding tegenover Jezus te bepalen.
Judas’ houding tegenover Jezus gaat verder. Hij is Jezus niet erkentelijk, maar volgt hem. Hij gaat in Jezus’ spoor. Jezus heeft verwachtingen bij hem gewekt. Hij belichaamt voor hem het ideaal van een betere wereld. Hij stelt onrecht aan de kaak en kaart misstanden aan. Jezus verkondigt het koninkrijk van God. De armen zullen dat koninkrijk beërven, hongerigen gevoed en gevangenen bevrijd. Door dit evangelie heeft Judas zich mee laten nemen. Jezus vertegenwoordigt voor hem die hoop en dat ideaal.
Bij Judas slaat dat in z’n tegendeel om als uit het niets een vrouw opduikt, die Jezus’ hoofd begint te zalven. Wie ze is, blijft onvermeld. Ze is de ‘Zalveres zonder naam’. In één keer giet ze zeer kostbare olie over Jezus leeg. Ze geeft hem alles wat ze heeft. En daarmee geeft ze zichzelf. Het is haar coming out. Ze bekent met totale overgave hoe ze tegenover Jezus staat.
Moet dat? Is het niet een tikkeltje overdreven? ‘Wozu dienet diese Unrat?’, vragen de leerlingen zich in Bachs Matthäus Passion af als de vrouw Jezus met kostbare parfum overgiet. Ze weten zelf het antwoord: ‘Dit is nergens goed voor!’ Het geld had beter aan de Voedselbank, Artsen zonder Grenzen of de Hartstichting besteed kunnen worden. Goede doelen met nobele idealen. Wat die vrouw doet, dient daarentegen geen enkel doel.
Het lijkt me dat het deze vrouw precies daar om gaat. Zij doet het niet ergens om. Ze wil er niets mee bereiken of verkrijgen. Ze doet het voor Jezus. Zij toont hem haar liefde. Onvoorwaardelijk en onbaatzuchtig. Ware liefde dient geen ander doel dan het geven van liefde zelf. Liefde is goed voor de ander, niet voor iets anders. Liefhebben met de bedoeling iets te krijgen is geen liefde, maar berekening. Dat is precies wat de aanwezigen doen: zij slaan aan het rekenen. En dat zullen de leerlingen van Jezus blijven doen. Als het er op aan komt Jezus trouw te blijven, kiezen ze eieren voor hun geld. Dat laat de vrouw juist na. Zij is Jezus niet erkentelijk, het is haar niet te doen om een ideaal dat Jezus belichaamt. Zij is gericht op Jezus zelf. Ze geeft zich aan Hem, met alles wat ze heeft. Overvloedig en verkwistend.
Jilles de Klerk
In de Waagschaal, nr. 3, 2 maart 2024