Commentaar – Gehoorzaamheid
De klimaatcrisis noopt, als elke crisis, tot bezinning en daadkracht. Het is dus logisch dat er studies verschijnen die de crisis onderzoeken op oorzaken en uitwegen. Je kunt je wel afvragen of het nuttig is als die studies de complete denktrant tot het moment van schrijven aanklagen en zich opwerpen als de betere zienswijze die de crisis het hoofd kan bieden. Het gevaar is groot dat koerswijzigingen die binnen de horizon van de vigerende zienswijze vallen aan het oog worden onttrokken door grondslagendiscussies en sektarische B-wegen. Afgezien daarvan lijkt het op bijgeloof dat men in crisissituaties, maar ook in het gewone politieke bedrijf, de hemel verwacht van het overtuigende verhaal, waar zaken als bereidheid, wil en daadwerkelijke zelfbeperking meer gewicht in de schaal zouden leggen. Met het tamboereren op bezielende visioenen of kloppende theorieën verwaarloost men de benodigde daadkracht.
Het bovenstaande geldt a fortiori voor de kerk en haar opstelling in de klimaatcrisis. In binnen- en buitenland verschijnen studies die Schrift en traditie op een ‘groene’ manier herschrijven. Met name het antropocentrisme van de Bijbel en zijn beperkte waardering van de aarde in haar van God vervreemde staat worden voor correctie voorgedragen. Dat men daarmee vreemde elementen binnenbrengt in een gedachtewereld waarvan de dimensies nog niet gepeild zijn, is één ding. Ernstiger is de weigering om de christelijke boodschap te accepteren als dat waarvoor zij zich uitgeeft: het geboden handelingsalternatief in crisistijd. Het christendom is geen levensvisie of wereldbeschouwing die met andere levensbeschouwingen vergeleken kan worden en aan de schrijftafel kan worden bijgesteld. Het christendom is een oproep tot onmiddellijke gehoorzaamheid en onmiddellijke gebondenheid aan God in de naam van Jezus, met alle gevolgen voor het praktische leven van dien. Theologie die, ook als er op het oog van crisis geen sprake is, meent de oproep tot gehoorzaamheid te kunnen parkeren om op levensbeschouwelijk vlak veranderingen voor te stellen, leidt de aandacht af van het drama van de gehoorzaamheid waarom het in de Bijbel gaat. Het kan profetisch lijken om in crisistijd Schrift en traditie te herinterpreteren, maar profetie is in de Bijbel geen zaak van beschouwing. Ze eist priesterlijke gehoorzaamheid. ‘Het is u, o mens, bekendgemaakt wat de HEER van u vraagt’ (Micha 6:8). Het ontbreekt ons niet aan kennis van het goede of aan de juiste opvatting van de schepping. Wat ontbreekt, op velerlei terrein – omdat ze niet wordt gepredikt en niet wordt beoefend – is gehoorzaamheid, gehoorzaamheid die de mens terugleidt naar zijn plaats in de schepping.
Udo Doedens
In de Waagschaal, 50e jaargang, nr. 10. 16 oktober 2021