Een Barth bibliotheek
Het is inmiddels een eeuw geleden dat voor het eerst een geschrift van Karl Barth werd vertaald. In 1918 publiceerde A.W. Bronsveld in zijn Stemmen voor waarheid en vrede Barths preek uit 1916, die hij onder de titel ‘Der Pfarrer, der es den Leuten rechtmacht’ in Safenwil had verspreid. Met deze vertaling – door een zekere H. Stoel – komt het Nederlands de eer toe de eerste buitenlandse taal te zijn waarin Barths Zwitsers-Duitse gedachten zijn gegoten. Een hele stoet Nederlandse vertalers is Stoel gevolgd. In totaal zijn er ongeveer honderd vertalingen van bekende of minder bekende teksten, variërend van preken, artikelen, boeken of – in de laatste jaren vooral – hele paragrafen uit de KD. Een mijlpaal was natuurlijk de vertaling van de (tweede) Römerbrief in 2008 van de hand van de professionele vertaler Mark Wildschut bij uitgeverij Boom. Maar het is minstens zo interessant te beseffen dat in 1934 de eveneens professionele en sociaal georiënteerde Rob Limburg (1895-1973) Barths klaroenstoot Theologische Existenz heute! uit 1933 onder de titel Bezinning voor uitgever Daamen heeft vertaald, met als stevige ondertitel Een onverschrokken woord van Barth. Een oproep tot bezinning over de taak van de hedendaagsche kerk in Duitschland – Een woord ook voor ons.
Dat Barth in deze jaren een woord met gezag sprak dat ook in Nederland is gehoord, is reden tot grote dankbaarheid. Na de oorlog heeft dat gezag zich steeds meer binnenkerkelijk teruggetrokken. Toch verscheen in 1956 de brochure Mens en dier met een gedeelte uit de KD (III/4, 397-404), uitgegeven door…. de Nederlandse Vereniging tot bescherming van dieren. En Vrij Nederland drukte in 1970 Aan de Nederlandse christenen uit 1942 nog eens integraal af: Barths antwoord op een aantal brandende vragen, door Miskotte en Koopmans opgesteld en door Hebe Kohlbrugge als koerierster naar Barth gebracht in de zomer van 1942. Kwam Barth in Nederland aanvankelijk voor de dag in kortere teksten, als een appèl op de hele christelijke gemeente, zo is mijn indruk, later werden het vooral boeken voor theologen. Arie Spijkerboer, Nico Bakker en Eginhard Meijering hebben zich de laatste decennia wat dat betreft niet onbetuigd gelaten.
H.M. Wildi heeft in zijn bibliografie van Barth uit 1984 alle vertaalde werken opgenomen. Voor het Nederlands kwam hij tot 82 geschriften. Met behulp van onder andere de website karlbarth.nl heb ik voor de periode daarna de lijst zo goed mogelijk aangevuld.[1] Waterdicht zal deze nog niet zijn, maar het meeste is bekend. Ik werd getroffen door de toewijding die spreekt uit al die oude brochures, preken, samenvattingen, maar ook uit de soms wat hoogdravende woorden daaromheen. Velen in Nederland hebben Barth werkelijk liefgehad en als een ‘vingerwijzing Gods’ ervaren. Namen van vertalers die ‘ons’ inmiddels niets meer zeggen, maar die ik via internet soms nog kon opspeuren. Plannen van Miskotte al in 1938 om stukken uit de KD te vertalen die evenwel spaak liepen.[2] Het op het eerste gezicht idiote plan van Mr. A.W. Kist om de hele KD te vertalen, waartoe hij zich als jurist een tijd lang zelf ook dagelijks gezet heeft – enthousiasme, roeping, werkdrift? Helaas is zijn handschrift zo onleesbaar dat de Barthstichting de familie heeft moeten melden er niets mee te kunnen. (Een stilgevallen getuige, maar daarom verloren uren? Mocht iemand er wel nog eens naar willen kijken, dan houden we ons zeker aanbevolen!) Er is inmiddels trouwens (na de eerste parafraserende vertaling van Nico Bakker uit 2002) een begin gemaakt met het integraal vertalen van de KD en wie weet wat nog volgt.
Dat elke tijd zijn eigen Barth heeft, laat zich raden, maar wordt ook duidelijk uit de keuze en wijze van vertalen. Ik vind in mijn eigen kast nog een boekje Gebeden, uit 1964, uitgegeven vanuit Roomse huize, voordat Buskes er in 1976 mee kwam. Dat was de tijd dat iemand als Tom Naastepad Barth ontdekte. Dat is allemaal weg. Maar de gebeden zijn onlangs weer nieuw vertaald en uitgebracht onder de titel U weet wie wij zijn (Kok, 2018).
De Barthstichting heeft op zijn laatste vergadering besloten er naar te streven een complete bibliotheek aan te leggen van de vertalingen in het Nederlands. Lang niet alle teksten zijn gedigitaliseerd, en dreigen dus verloren te gaan. Bedoeling is om deze bibliotheek als het moment daar is onder te brengen op een herkenbare en toegankelijke plaats zodat hij ook algemeen kan worden geraadpleegd, bijvoorbeeld het Documentatiecentrum van de VU. Gaat het lukken al deze geschriften bijeen te brengen? Dat wordt een hele klus, maar wij kunnen ons voorstellen dat er meerdere Waagschaal-lezers zijn die dit initiatief willen ondersteunen. Bijvoorbeeld omdat zij blij zijn een goede bestemming voor hun boeken te hebben gevonden. Of omdat zij niet nu, maar wel later deze boeken willen schenken. Of omdat zij vermoeden een wat onbekend werkje te hebben en willen meedenken over een complete lijst. Ondergetekende zal voorlopig als archivaris/bibliothecaris optreden. Hij kan melden dat de eerste boeken reeds binnen zijn, en heeft plaats gemaakt voor meer broeders en zusters van papier.
Reacties graag naar whtenboom@telfort.nl en naar stichtingbarth@polhuis.net.
Wessel ten Boom
[1] Zie mijn ‘Barth übersetzen’ in het komende nummer van Zeitschrift für Dialektische Theologie, maart 2019, waarin ik uitvoerig op de Nederlandse vertalingen inga.
[2] Zie K.H. Miskotte, Uit de dagboeken 1938-1940 , VW 5c, Utrecht 2018, 339.
(In de Waagschaal, jaargang 48, nr. 5. 4 mei 2019)