Commentaar – De ziel van de Brexit
Ironisch en tragisch aan de Brexit is dat al die mensen die een onafhankelijker Verenigd Koninkrijk wensten er straks achter zullen komen dat het Verenigd Koninkrijk veel afhankelijker is geworden. Op allerlei gebieden zal het Verenigd Koninkrijk straks rekening moeten houden met Brussel, de VS en misschien zelfs met China of de Russische maffia.
Nederland is vertrouwd met een positie van afhankelijkheid. Wij hadden altijd machtige buren en het besef afhankelijk van hen te zijn en baat te hebben bij samenwerking zit diep in de nationale ziel gegrift. De ziel van het Verenigd Koninkrijk ziet er heel anders uit. Groot Brittannië is 200 jaar een supermacht geweest. Dat heeft het land het idee gegeven los van anderen zijn eigen koers te kunnen bepalen. Dit zelfbeeld heeft het Verenigd Koninkrijk de kracht gegeven om tussen 1940 en 1941 in zijn eentje Hitler te weerstaan. Maar na het verlies van de status van grote mogendheid heeft het Verenigd Koninkrijk onvoldoende afscheid genomen van haar solipsistische zelfbeeld. Ook Tony Blairs poging om het Verenigd Koninkrijk een nieuwe identiteit te geven – Brittannië als een hippe en vooruitstrevende place to be: Cool Britain – was niet meer dan de culturele variatie op het imperiale thema van het Verenigd Koninkrijk als de navel van de wereld.
Wat niet mee heeft gewerkt bij het Brexit-referendum is dat juist het idee van ‘standing alone’ steeds dieper ons individuele zelfbeeld bepaalt. Een mens gaat alleen door het leven, moet voor zichzelf opkomen, staat alleen in zijn intieme relaties en is op school en op de arbeidsmarkt zijn eigen kleine, op zichzelf aangewezen ondernemer. Zoals mensen naar zich zelf hebben leren kijken, zo kijken ze naar hun land: ‘wij moeten het zelf doen’.
Maar het ligt niet alleen aan de Britten. Internationale samenwerking heeft de belofte van vooruitgang verloren. De Europese Unie brengt wel een vrij verkeer van kapitaal en arbeidskrachten, maar beschermt onvoldoende de lonen en de rechtspositie van werknemers. Het is voor veel mensen te onduidelijk wat ze voor goeds van de Europese Unie mogen verwachten. Laat staan van nog grotere internationale samenwerking. Het lijkt alsof elk land alleen maar voor zichzelf moet knokken. Tegelijk is het zonneklaar dat Europa om vrij en welvarend te zijn moet samenwerken. Willen we een liberaal Europa handhaven, dat niet in nationalisme ten onder gaat, dan moeten we een veel socialer Europa bouwen.
Coen Wessel
(In de Waagschaal, jaargang 47, nr. 10. 6 oktober 2018)