Plato: 21ste-eeuwse reacties
Enige jaren geleden had ik de eer een Georgisch gezelschap een rondleiding te geven door de stad Maastricht. De academici waren betrokken bij een School of Governance in Tblisi en bezochten de Universiteit alhier. We wandelden door het oude centrum, stonden stil bij het standbeeld van Plutarchos voor het Historisch Centrum Limburg, de archeologische site van de Tempel van Jupiter, het mozaïek van het Bergportaal (Maastricht, Rome, Constantinopel, Jeruzalem), verschillende faculteitsgebouwen, kortom, mijn onbevangen inzet was een onderhoudende wandeling aan te bieden door Maastricht als Europese stad. De ontknoping was onthutsend. In het gezelschap bevond zich een headhunter; na afloop van de excursie bood hij me een baan aan: docent Western culture aan de School in Georgië, een academie die een brugfunctie vervulde tussen Azië en Europa.
Het aanbod betekende een wake up call. Zet de zaken eens op een rij! Concept van een cursus Westerse cultuur, literatuur, filosofische paradigmata, pedagogisch-didactische aanpak, topics, programma van afsluiting, hoe een en ander overtuigend gestalte te geven? Schools that learn (NY 2001) – procedurele en declaratieve kennis (al jaren mijn gids), opvattingen over transformatief leren: ze zouden zeker botsen met de verwachting van studenten voor wie transmissie standaard is. Verbeelding tegenover reproductie.
Ondertussen heeft het ontwerpen van een cursus westerse cultuur me niet meer losgelaten, ook al is er van het docentschap niets geworden. Een eerste module zou Plato als onderwerp aanwijzen. Maar dan als filosoof van beelden die vragen om in een eigentijdse context geplaatst te worden. Met als doelen: 1. legitimatie vanuit de drie klassieke talen van het Westen (Hebreeuws, Grieks, Latijn), en 2. verheldering van de Westerse maatschappelijke werkelijkheid.
De Grot
Neem de allegorie van De Grot. Plato vertelt dit verhaal in het zevende boek van De Staat. Enkele 21ste-eeuwse intellectuelen hebben op deze vertelling gereageerd. Bieden de reacties inderdaad maatschappelijke verheldering en legitimeren ze aandacht voor de Griekse filosoof? De drie werken die we kort de revue laten passeren zijn: Francis Wolff Pourquoi la musique?, Jose Saramago La Caverna en Rebecca Goldstein Plato at the Googleplex.
Het beeld van Plato kort gepresenteerd: de filosoof roept het beeld op van mensen die gekluisterd zitten in een ondergrondse ruimte. Een vuur achter hun rug verlicht de grot. Op de tegenoverliggende wand zien ze schaduwen van figuren en voorwerpen die zich tussen hen en het vuur bevinden. Zij houden die schaduwen voor de werkelijkheid. Plato geeft aan dat filosofen de taak hebben de mensen van hun kluisters te bevrijden, naar buiten te leiden in het daglicht en te laten zien hoe de realiteit er werkelijk uitziet: kleurrijk en driedimensionaal. Een aansprekende allegorie over de wereld van de ideeën. Hoe gaat men daar in het Westen na 2500 jaar op in?
De eerste reactie die we aanvoeren is van een musicoloog. De musicus herhaalt het verhaal van Plato maar vervangt het zien door horen! Francis Wolff – in zijn studie Pourquoi la musique? – hervat De Grot, maar dan noch vuur, noch schaduwen, noch ideeën. De gekluisterde lieden zijn blind. Vanuit de buitenwereld horen zij geluiden en onbegrijpelijke klanken. De vraag luidt in dat geval dus niet: wat stellen die schaduwen voor of hoe verhouden die schaduwbeelden zich tot de werkelijkheid, maar: wat gebeurt er (dat we dit horen)? En vervolgens: waar komt dat vandaan? Het onderscheid tussen de visuele variant en de sonore versie vertelt dat “zien” ingaat op de vraag Wat stelt dat voor? en “horen” op Wat gebeurt er? of Wat veroorzaakt dit geluid? In de logica van de taal: zien: naamwoorden, horen: werkwoorden. Wat betekent nu naar buiten geleid worden? Hoe de grot uit? Wolff: dat kan op twee manieren. De ene manier is de platonische manier; op cognitief niveau wendt men zich tot de oorzaken en de beweging ervan. De andere is de esthetische manier die eruit bestaat dat we over de klanken nadenken, onderscheid aanbrengen in soorten klanken, al gauw zelf tonen en klanken produceren, door met de handen te klappen of ritmisch met de voeten te stampen, de stem in te zetten of juist te fluisteren: kortom: muziek! Muziek is maken. Of, academisch geformuleerd: muziek brengt een imaginaire wereld voort van zuivere gebeurtenissen zonder naar zaken te verwijzen!
Wat een vindingrijke deconstructie! De musicoloog biedt een creatieve transformatie van het zien naar het horen. De allegorie van De Grot als vertrekpunt voor een betekenisvolle beschrijving van muziek.
De tweede reactie is van een maatschappelijk geëngageerde romancier. José Saramago transponeert in La Caverna (2001) de allegorie naar de Westerse consumptiemaatschappij. Er is een enorm winkelcentrum Het Centrum waar wij moderne mensen ingekapseld zijn en de schijn van consumeren voor de werkelijkheid houden. Men leeft met een vals bewustzijn in Het Centrum, men woont er en sterft er. Leven is consumeren van de wieg tot het graf. Nu me Het Centrum weer in de geest komt, denk ik aan een aforisme van Th. W. Adorno: Das Leben lebt nicht. Er is nog één ambachtsman die potten bakt; Het Centrum helpt diens nering om zeep: plastic is handiger en goedkoper dan handwerk. Dan een wending. Bij bouwwerkzaamheden – Het Centrum breidt zich voortdurend uit – doet men een archeologische vondst. De Grot van Plato wordt ontdekt. De ambachtsman komt erdoor tot het inzicht dat Het Centrum een schijnwereld representeert. Als hij De Grot verlaat passeert hij reclameborden langs de weg die de nieuwste attractie aankondigen: Binnenkort voor het publiek geopend! Bezoek Plato ’s Grot. Tot zover de linkse echo van Plato in de roman van de Portugese Nobelprijswinnaar Saramago.
Ten slotte de confrontatie tussen Plato en Google, tussen het absolute idee van de waarheid tegenover de sofistiek van mygoogle. Rebecca Goldstein neemt in haar boek Plato at the Googleplex (2014) de lezer mee in de verbeelding dat de oude Griekse filosoof optreedt in onze 21ste-eeuwse werkelijkheid. Plato maakt als fameus auteur een intercity tour langs signeersessies en TV-shows. Hoe reageert de Griek als een TV-moderator in een show ontkent dat een moraal gefundeerd kan worden buiten religie om? Hoe gedraagt Plato zich als mediator tussen een Freudiaanse psychoanalyticus en een tiger mom? Hoe beantwoordt hij de vragen van een neuroloog die op punt staat zijn hersenen te scannen vanuit de opvatting dat wij ons brein zijn? En het beeld van De Grot? Bij Google legt men de filosoof uit dat het idee van kennis met crowd funding eerder geformuleerd kan worden dan via filosofen die gekluisterde lieden moeten uitleiden vanuit een schaduwwereld naar het licht.
Conclusie
De 21ste-eeuwse reacties van Wolff, Saramago en Goldstein tonen aan dat het lezen van Plato op verbeeldingsrijke wijze inzicht geeft in de westerse cultuur. Bespreking van zijn werk is voluit legitiem. De reacties bieden een beeld van een cultuur waarin de kostbare rijkdom als die van het nadenken over muziek, zowel als kritiek op wezenloze consumptie en op de postmoderne werkelijkheid van ieder leeft zijn eigen waarheid in de vorm van Internetbubbles op basis van een millennia-oude allegorie gestalte kan krijgen.
André van Dijk
A. van Dijk is oud-redacteur en leraar retorica in Maastricht