Het monster onder óns bed

logoIdW

 

Typische kinderangsten zijn het: spoken of krokodillen onder het bed en monsters achter de kast of het gordijn. Sociaal pedagogen geven als advies: ontken ze niet. Maar herkennen doe je ze ook niet. Het schijnt zaak te zijn er niet al te luchtig over te doen, boos te worden of ze te negeren. Dat kan ernstige problemen tot gevolg hebben. Wat helpt wel? Op de website www.rekels.nl/help-mijn-kind-ziet-spoken krijg je als advies: Probeer er altijd een soort verhaal van te maken, van goed versus kwaad. Hoe het verhaal afloopt, is voor iedereen anders. Een angstig kind zal het geen goede oplossing vinden dat het monster gezellig en zacht verder slaapt onder zijn of haar bed. Een dapper of fantasievol kind vindt het misschien een prima idee om als ridder het monster denkbeeldig in een potje stoppen en als trofee naast het bed te zetten….

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat in het bijbelse spreken én in het joods-christelijke denken over de (Behemoth en de) Leviathan veel van deze sociaal-pedagogische wijsheid meekomt.

Leviathan: slang, vis, monster

In het Oude Testament komt de Leviathan welgeteld zes keer voor, uitsluitend in poëtische teksten: tweemaal in de Psalmen, tweemaal in het boek Jesaja en tweemaal in het boek Job. De zes bijbelgedeelten leveren het volgende, niet-eenduidige beeld: in Ps. 74:14 is de Leviathan een veelkoppig zeemonster, in Ps. 104:26 wordt het dier gezien als een een van de schepselen die tot taak heeft om in de zee te spelen (Sommige vertalingen suggereren zelfs dat de Leviathan speelmakker voor God zou zijn – zo NBG ’51, Naardense Bijbel, BGT – maar dat volgt niet noodzakelijk uit het gebruikte Hebreeuwse voorzetsel). In wat wel de kleine apocalyps van Jesaja wordt genoemd  (hfst. 24-27)  komen we in Jes 27:1 de Leviathan twee keer tegen, als de snelle, kronkelende slang die als chaosmonster op de drempel naar een nieuwe wereld overwonnen dient te worden.

In de lange monoloog die Job – na zeven dagen en nachten zwijgen – begint als een verzuchting op de mestvaalt (Job 3:8) lijkt de Leviathan die wordt genoemd te staan voor een rustende chaosmacht die opgejut kan worden om de orde te verstoren. Wanneer de kille logica van de vrienden Job niet heeft kunnen troosten, brengt God zelf (Job 38-41) – in zijn antwoord uit het onweer – onverwacht twee dieren ter spraken: de Behemoth en de Leviathan. Het Hebreeuwse woord waarmee het nijlpaard wordt aangeduid, behêmôt, betekent zoveel als ‘beest der beesten’ of ‘beest bij uitstek’. Hier wordt dit beest beschreven als een dinosaurus uit de oerwateren: Hij kan zijn staart rechten als een ceder, de pezen van zijn dijen spannen zich in bundels. Zijn botten zijn staven van brons, zijn ribben stangen van ijzer, Hij is een van Gods eerste meesterwerken, tegen hem trekt alleen zijn maker het zwaard (Job 40:17-19). In beide dieren wordt het monstrueuze en diabolische karakter van het kwaad onderstreept:  Wie kan oog in oog met hem (de Behemoth) staan en een ring door zijn neus halen? Kun jij met een vishaak de Leviathan op de kant trekken en zijn tong met een touw beteugelen? (Job 40:24-25). Zo staat in het Oude Testament de Leviathan voor een chaosmacht naast of tegenover God.

Vis op tafel

Omdat de LXX nergens vertaalt met ‘Leviathan’, maar steeds met draak of monster, wordt nergens in het Nieuwe Testament of in de geschriften van de vroege kerk de Leviathan genoemd, ook al heeft bijvoorbeeld de draak in Openbaring 12-13 wel een functie die daar sterk aan doet denken. Bij de patres wordt de Leviathan gebruikt als een allegorische verwijzing naar Satan. Zo stelt Thomas van Aquino in zijn commentaar op het boek Job dat God over de duivel spreekt sub similitudine Leviathan. In een van de preken van Gregorius de Grote (ca. 540-602) wordt Golgotha verbonden met de tekst uit Job 40: De almachtige Vader sloeg de Leviathan aan de vishaak door zijn eniggeboren Zoon te zenden….. zo werd de slang aan de haak van de incarnatie van de Heer geslagen, want toen hij het aas van zijn lichaam verslond, werd hij door de haak van diens goddelijkheid doorboord.

In de joodse traditie wordt de Leviathan tot een krachtig, zij het meerduidig symbool. In het apocriefe 4 Ezra 3-14 wordt gesproken over de schepping van twee dieren op de vijfde scheppingsdag: de behemoth is gegeven aan het deel van de aarde dat op de derde dag was drooggevallen, de Leviathan is het zevende deel van het water gegeven. Opvallend eindigt deze vermelding met de opmerking: U heeft de Leviathan bewaard om verslonden te worden door hen van wie U dat wilt en wanneer U dat wilt. Deze tekst, wordt in combinatie met andere bijbelse teksten – Ps 74, Jes 25:6, Ez. 32:1-5 – een opmaat naar een voorstelling die in verschillende apocriefe teksten – 1 Henoch 60:7-8; 2 Baruch 29:4-6; Targoem Sjniet op Ester 3:7, Megillah 1:11 en 3:2 e.a. – terugkeert: een eschatologische maaltijd waar men een stukje van de overwonnen Leviathan krijgt aangeboden. De jongste dag zal met andere woorden voor de gelovigen dus een omkering van hun smart inhouden: de angst voor de ondergang, verbeeld in beide monsters, zal worden omgekeerd in vreugde. Maimonides geeft een eigen lezing van deze voorstelling. Volgens hem is de maaltijd een verwijzing naar het spirituele genieten in de toekomstige wereld. Hij speelt daarbij met de volksetymologie van de naam Leviathan. De naam zou afgeleid zijn van het Hebreeuwse werkwoord lāwāh, ‘verbinden’, ‘verenigen’. In het monster zijn nu diverse dieren verenigd, maar in de toekomstige wereld, zo meent Maimonides, zal de rechtvaardige door het eten van dit monster verenigd zijn met de Eeuwige.

Bruikbaar symbool

In het heden waarin we wekelijks worden opgeschrikt door aanslagen als een nieuwe gestalte van het kwaad dat zich manifesteert blijken tegelijk veel jongeren gegrepen door dystopische films en boeken en games (vgl. de Hunger games). Onlangs in Oxford viel me op dat er een ware pelgrimage gaande is van jongeren die de plekken willen bezoeken waar delen van een film van Harry Potter werden opgenomen. En daarnaast blijkt keer op keer onder alle leeftijden ook Tolkiens The Lord of the Rings onverminderd populair – zie de vele herhalingen ervan op de televisie. Er lijkt kortom alle reden over de Leviathan als het te overwinnen en in eschatologische zin overwonnen kwaad te blijven spreken.

Willem Barnard stelde al (naar aanleiding van Psalm 74) in zijn Psalmgetier de verbeeldingskracht van Tolkien of Rowling te zien als een uiting van de kracht van het mythische dat in alle mensen woont, maar de tempel van God verwoest! Juist de symbooltaal van de Leviathan zou wel eens kunnen helpen om de angst voor de monsters van vandaag vanuit de Schrift te verstaan en er in deze als apocalytisch geduide tijd tegelijk, op de wijze zoals boven aangegeven, ook nog een speelse, verwachtingsvolle en narratieve duiding aan te geven. Misschien is dat ook de sociaal-pedagogische wijsheid van de Hoogheilige geweest, dat hij de monsters temidden waarvan zijn kinderen nu eenmaal leven niet heeft ontkend, maar er een verhaal van heeft gemaakt van goed en kwaad, van strijd en overwinning.

Ik eindig met dichtregels van Toon Tellegen, meesterverteller van dierenverhalen:

En toch ben ik blij dat ik leef
aan de rand van de oeverloosheid
tussen de tenen
van de grote Leviathan.

 

Peter Verbaan

Dankbaar maakte ik gebruik van Bob Becking Zonder monsters gaat het niet. Een geschiedenis van de Leviathan, Skandalon, Vught 2015