De Christen in de maatschappij
De Christen in de maatschappij
De vragen rond het thema ’theologie en politiek’ heeft de grote Zwitserse theoloog Karl Barth (1886-1968) misschien nergens zó helder behandeld als in zijn voordracht ‘De Christen in de Maatschappij’, die hij in 1919 hield voor een groep religieus-socialisten in het Duitse Tambach.
Barth zet uiteen, dat de verkondiging en de politiek, Christus en de maatschappij, alles met elkaar te maken hebben. Juist dán wijst hij echter een vermenging van die beid af. Want de maatschappij mag niet opnieuw geklerikaliseerd worden: politieke beslissingen moeten nuchter blijven en behoeven een religieuze sanktie. En Christus mag niet worden geklerikaliseerd, dat wil zeggen herleid tot een beginsel dat wij zouden moeten toepassen: Hij is immers geen idee, maar een kritische beweging, revolutionairder dan welke andere ook. Barth neemt de theologie kritisch en de politiek praktisch te houden door te vragen naar gelijkenissen van het Godsrijk. Hij waagt het voor zijn eigen generatie de socialistische beweging als zo’n gelijkenis te benoemen. De plaats van christenen daarbinnen is die van ‘mede-hopende en mede-schuldige kameraden’.
Het bovenstaande is een citaat uit de flaptekst van de jubileumuitgave van de NCSV te Zeist. Voor deze uitgave als jubileumuitgave bij haar 16e lustrum koos de NCSV vanwege haar politieke betrokkenheid bij de studentenbeweging en het socialisme. Het jubileum vond plaats in 1978.
De vertaling van de lezing van Barth is aan deze uitgave ontleend. De vertaling is van de hand van Herman Meijer. De aantekeningen zijn van Rinse Reeling Brouwer. Adviezen bij de vertaling werden gegeven door Dick Boer en Dick Meerman.
De oorspronkelijke titel van de lezing van Barth is ‘Der Christ in der Gesellschaft’. De eerste uitgave is in 1920 onder de titel ‘Eine Tambacher Redee, mit einem Geleitwort von Hans Ehrenberg, Würzburg 1920. Daarna uitgegeven in ‘Anfänge der dialektische Theologie’, uitgegeven door Jürgen Molmann, ‘Theologische Bücherei’, bd. 19, Chr. Kaiser Verlag M:unche 1962.
Aan de uitgave van de NCSV gaat een citaat van I.A. Diepenhorst uit 1943 vooraf.
‘Karl Barth was een man van een heftig temperament, op ieder ogenblik zielsovertuigd van zijn gelijk, niet vrij te pleiten van zekere onstuimigheid en onbezonnenheid. Men zie bijvoorbeeld zijn lezing, uit den eerste tijd van zijn optreden daterend (1919): de Christen in de Maatschappij. Hij verdedigt het destijds bij de jeugdbeweging ontstane verzet tegen de ‘autoriteit op zich’en bepleit verder de sociaal-democratie’.
Barth deelt zijn lezing in vijf delen in.
De in de vertaling in gewone haakjes ( ) geplaatste bijbelplaatsen zijn door Barth zelf genoteerd. Tussen grote [ ] staan bijbelplaatsen, geplaatst door de uitgever. Griekse en latijnse citaten worden niet weergegeven. Wel treft u op de plaats waar een dergelijk citaat staat een markering aan ===. Tussen haakjes staat de vertaling van het citaat.