Commentaar (Brussel)

logoIdW

 

De aanslagen in Brussel zijn verschrikkelijk, maar het is niet de eerste keer dat dit in Europa gebeurt. Madrid, Londen, Parijs gingen voor en wie weet wat er nog volgt. Bij monde van Arjan Plaisier reageerde de PKN. ‘Opnieuw schieten woorden te kort’ was het motto. Dat zit mij dwars. Is dat alles wat de kerk te zeggen heeft? Wat heeft zij gedaan in de periode tussen de aanslagen in Madrid en Brussel. Na Madrid kan ik mij zo’n verklaring nog wel voorstellen. Wie was niet verbijsterd? Maar na Madrid is er toch wel het een ander duidelijk geworden. We weten van IS. We weten van een angstig makende trek in de Islam. We weten dat ook Nederland mee is gaan doen in een oorlog in het Midden Oosten. Hoe verhoudt de kerk zich daartoe?

In 1964 aanvaardde de NHKerk het rapport ‘De politieke verantwoordelijkheid van de kerk’. Daar staan behartigenswaardige dingen in. Bijvoorbeeld. ‘Waar de politieke profetie ontbreekt wordt de voorbede bedreigd door lege algemeenheden en wordt de ‘politieke onmondigheid van de gemeente’ bestendigd. Wat onder politieke profetie verstaan wordt, wordt zo onder woorden gebracht. ‘Politieke profetie is het stellen van de politieke situatie onder de belichting van de prediking van gericht en genade, van oordeel en behoud’. En even verder op: ‘de profetische doorlichting van de politieke orde’.

Grote woorden en ik besef dat het in onze situatie niet eenvoudig is. Maar dat ontslaat de kerk nog niet om toch een poging te wagen. Dat betekent voor mij een krachtige afwijzing van elke geweldsuiting in naam van God. Scherper, de god die daarvoor dient is een afgod. Een god die niets te maken heeft met degene die zich in de mens Jezus openbaarde. Ja, dus ook een distantiëring van de Islam. Het betekent dat er op z’n minst vragen gesteld moeten worden bij de deelname aan de gewapende missie in Irak en Syrië. Het betekent een relativering van het oorlogsjargon dat nu langzaam maar zeker onze taal binnen sluipt. Waar deze (en andere) vragen serieus genomen worden, verdwijnen vanzelf de mooi klinkende, maar lege algemeenheden.

Profetisch spreken van de kerk heeft de overheid én de gemeente(leden) op het oog. De overheid om die te herinneren aan de van godswege gegeven opdracht, de gemeenteleden om die te helpen bij het meten van hun mening aan de maatstaven van het evangelie. In de woorden van het rapport: politieke profetie leert onderscheiden en roept op tot keuzen.

Het wordt hoog tijd dat de kerk zich deze profetische roeping weer bewust wordt. In het politieke debat is daar dringend behoefte aan, maar bovenal mogen gemeenteleden niet langer met dit soort richtingloze, lege algemeenheden aan hun lot overgelaten worden.

At Polhuis