Commentaar (Compromis)
De afgelopen maanden ben ik terechtgekomen middenin het debat over de vestiging van een AZC. Dat het daarin heftig toe gaat, heeft ieder die kranten leest en TV kijkt, wel meegekregen. Dat mag. Het gaat ook ergens over. Door alle weerstand is het begin van een verandering van het beleid op het moment dat ik dit schrijf, merkbaar. Het is goed als er naast de grootschalige opvang ook kleinschalige komt.
In dit debat is voor mij een bedenkelijk tendens zichtbaar geworden. Ik ben niet de eerste die het ziet. Iets nieuws zeg ik dus niet, maar het blijft nodig het te noemen. In de beginzin sprak ik over ‘debat’. Welnu, alle sessies die ik over het AZC meegemaakt heb, hadden niets van doen met een debat. Ieder poneerde zijn eigen gelijk, geluisterd naar elkaar werd er niet of nauwelijks. Het ging ook helemaal niet om argumenten. Wie iets ten gunste zei van opvang van vluchtelingen werd al snel verdacht gemaakt. Niet de argumenten werden bestreden maar de persoon. Daar kan ik mij nog wel iets bij voorstellen als het om diep verontruste bewoners gaat. Anders wordt het wanneer dit ook in het politieke debat doordringt.
Eeuwenlang is in de vergaderzalen van ons land moeizaam gezocht naar compromissen. Besluiten waar de mening van de meerderheid in doorklonk, maar waar ook de minderheid zich uiteindelijk min of meer in kon herkennen. Politiek als zoeken naar het compromis. De meerderheid hield rekening met de minderheid. Toegegeven, spectaculair is dat compromisdenken niet. Ook ik heb er in mijn leven wel tegen geageerd. Toch dienen we het hoog te achten omwille van de cohesie in onze samenleving. Het gevaar is dat dit denken vervangen wordt een referendum-democratie. De wil van de meerderheid is het enige dat telt. In een enquête in Rotterdam bleek drie kwart van de ondervraagden tegen de komst van een AZC te zijn. Dus hoort het er niet te komen! Degenen die voor zijn moeten verder hun mond houden. Daar is meer over te zeggen, maar het gaat mij nu vooral om het punt dat via de enquête/referenda-politiek de meerderheid zonder zich rekenschap te hoeven geven van een minderheid zijn wil kan doordrukken. Dat vind ik zorgelijk. Op die manier heb je geen boodschap meer aan anderen. Zij tellen niet meer mee.
In Rotterdam en gelukkig ook in andere plaatsen mengden ook de kerken zich in het debat. Met kerken bedoel ik dan een breed scala van allerlei groepen en gemeenschappen. Dat deden zij vrijwel zonder uitzondering met een genuanceerd oordeel, waarin naast aandacht voor asielzoekers ook de zorg voor de bezwaarde bewoners mee klonk. Geen spectaculaire rol, maar wel een belangrijke. De kerken als hoeders van het compromis. Ik ben er fier op.
At Polhuis