Na de zomer
Na de zomer
De Ierse kasteelvrouwe had ons ontboden voor een glas witte wijn. Er zouden ook enkele Roemeense gasten zijn.
Wij hebben ons huisje ’in the fields’ zoals zij dat uitdrukt. Haar vroegere boomgaard was verkocht aan een vriend en bij toeval kwam hij in onze handen. Er was geen stroom, wel water uit een put. Het was een appelboomgaard met een tuinmanshuisje, verscholen in een muur die de boomgaard omringde.
Haar zwembad, omgeven door beelden die het bassin een Willink-achtige sfeer gaf, had zij aan ons oog onttrokken door haar tuinman opdracht te geven allerlei bomen te planten die snel zouden groeien.
Af en toe hoorden wij het geluid van een klaterende duik en een roep in een vreemde taal: Roemeens.
De Roemeense zwemmer was een schrijver van middelbare leeftijd, die alleen Frans sprak. Zijn vrouw, jonger dan hij, was bedreven in Engels, waarin zij les gaf in een naburige stad.
Toen wij aanschoven ging het gesprek juist over de opdringerige zomerhit ’Dragostea din te’, beter bekend als ‘Ma-ia-haha’ van de Roemeense groep Ozone. Mijn vrouw en zoon kenden het liedje niet en ik vroeg de Roemeense het voor te zingen.
Ze begon er dapper aan, maar verslikte zich in de jodel die kenmerkend is voor het liedje en die je niet meer uit je hoofd krijgt als je de hit eenmaal in je hoofd hebt. ’Het moet goed gaan in Roemenië’ opperde ik, ’bij zo’n liedje dat heel Europa kan meezingen’. ’They cannot’, zei ze.
Haar gezicht verstrakte. En ze was pas nog in Boekarest geweest maar was er somber vandaan gekomen. De ’situation’ was ‘catastrofal’, merkte de schrijver op.
De kasteelvrouwe hield niet van sombere gesprekken en bracht het gesprek handig op de nieuwe Engelse buren die een kilometer verderop een boerderij hadden betrokken.
Britten trekken massaal naar Normandie, dat ze snel kunnen bereiken en waar ze goedkope huizen aantreffen in een landschap dat lijkt op het Engeland van vroeger.
Toen ik thuis was en er een bericht was dat ik niet hoefde voor te gaan in een naburig dorp omdat men daar een kandidaat wilde horen, zette ik op zondagmorgen een CD op van Jos van Immerzeel met sonates van Mozart. Tot mijn verbazing hoorde ik de jodel van het `Roemeense lied weer, in het Allegro van de Zeventiende sonate.
Tot diep in de herfst zou de melodie me blijven achtervolgen, wist ik. De Roemenen hadden zich effectief via Mozart uit hun situatie losgezongen en bleven voorlopig nog even met dit liedje Europa bestoken, totdat ze de Europese familie zouden gaan versterken.-
Het kan nog jaren duren, maar nog een paar van deze zomerhits en we smeken Roemenië erbij te komen als ze maar ophouden met hun irritante liedjes. Als Roemenië toetreedt hebben we er een partner bij met demonische kwaliteiten. Ma – ia – haha !
Anne Vlieger