Portret van Karl Barth
- Pagina's:
- Portret van Karl Barth
- Over de inhoud
- WOORD VOORAF VAN KARL BARTH
- INLEIDING
- EERSTE DEEL -ZIJN WEG EN ZIJN WERKk
- Theologische studie
- De Römerbrief
- De 'Dogmatik'
- 1933!
- Theologische Existenz heute
- Barmen
- De belijdenis van het geloof
- Brieven aan de kerken
- De verdediger der overwonnen Duitsers
- De wereld van Oost-Europa
- Het atoomwapen
- De christenen en het openbare leven
- De menselijkheid Gods
- Mozart
- Het 'dikke boek'
- HET TWEEDE DEEL, I. DE EXEGETISCHE WERKEN -commentaren
- Prediking
- II. DE HISTORISCHE WERKEN
- III. DE DOGMATISCHE WERKEN
- De kleine verhandelingen
- De 'Dogmatik'
- POLITIEK EN LITERAIR WERK politiek
- Literatuur
- V. DE ECHO
- Besluit
- Over de dialectische methode
Brieven aan de kerken
Bij al dit werk verschijnt in 1938 het tweede halve deel (1000 pagina’s) van de Dogmatik, terwijl hij tevens zeer veel correspondentie voert met alle landen, die, van verre of van dichtbij, over kortere of langere tijd, bedreigd worden door het nazisme. Vóór de crisis van september 1938 en het akkoord van München worden de Tsjechen in de persoon van professor Hromadka tot verzet aangespoord. Vervolgens worden de protestanten in Frankrijk in september 1939 en in oktober 1940 gewaarschuwd en vermaand; tot de Engelsen wordt in 1941 een soortgelijke brief gericht, tot de Noren in april 1942, tot de Nederlanders in juli en tot de Amerikanen in oktober van hetzelfde jaar. Al deze brieven getuigen van een profetische wijsheid en helderheid. Zij zijn in één band verzameld en in 1945 gepubliceerd onder de titel Eine Schweizer Stimme. Barths grootheid treedt hier duidelijk aan de dag: hij treedt op als de gids die houvast geeft, wiens betrouwbaar oordeel in de gehele wereld verwacht wordt als de beslissende aanwijzing die men nodig heeft om helder te zien, om weerstand te kunnen bieden, en om eenvoudigweg te léven. Er is geen enkele pathetiek in deze brieven te vinden, slechts gezond verstand en een zo eenvoudig realisme dat het geheel vanzelfsprekend aandoet, hier en daar een geestige opmerking en verder een volkomen rustig geloof, dat echter zo vasthoudend en onwankelbaar is dat het concreet en als het ware tastbaar schijnt. Een karakteristieke trek van al deze brieven is de toon waarop zij geschreven zijn er is geen sprake van strenge, bijtende en wereldvreemde oordelen, integendeel, de barmhartigheid is dominerend: hier schrijft, in de naam van de liefde van Christus, de overwinnaar van de dood, een vader aan zijn kinderen; hij spoort hen aan, troost hen, richt hen weer op, en roept hen op tot moed, geduld, doorzicht, en, als het moet, tot martelaarschap. En uit elk van zijn regels blijkt dat het uiteindelijk het Koninkrijk van God is – waar in alle eeuwigheid de liefde van God, de overwinnaar van de dood, zal triomferen – dat de hele situatie bepaalt. Het is niet verwonderlijk dat deze brieven wat dit betreft gelezen en becommentarieerd zijn in de gehele wereld, dat zij als clandestiene lectuur zijn rondgegaan, en dat het `barthiaanse’ proza door de Gestapo is beschouwd als een der ergste vormen van literaire oppositie tegen het nationaalsocialisme. Barth, in vrijheid in Zwitserland, en zijn vriend Niemöller in het concentratiekamp zijn op dat ogenblik twee van de grootste vijanden van het regime.